90
t
= J ×
acc
(T
– T
acc
t
= J ×
dec
(T
+ T
acc
J
is het traagheidsmoment van de motoras en de belasting [kgm²].
T
is het overkoppel dat wordt gebruikt om te versnellen [Nm].
acc
T
is het wrijvingskoppel van het systeem [Nm].
fric
t
is de berekende versnellings- resp. vertragingstijd [s].
acc/dec
n
en n
zijn de toerentallen bij de frequenties f
1
2
Als de FC een kortstondig overbelastingskoppel toestaat, worden het versnellings- en
het vertragingskoppel ingesteld op het nominale motorkoppel T. In de praktijk is de
versnellings- en de vertragingstijd vaak gelijk.
Voorbeeld
Een machine heeft de volgende specificaties:
J
= 0,042 kgm²
n
= 500 min
1
n
= 1000 min
2
= 0,05 × T
T
fric
T
= 27 Nm
N
De theoretische versnellingstijd kan als volgt worden berekend:
n
t
= J ×
acc
(T
– T
acc
De rampfuncties zorgen ervoor dat er geen abrupte toerentalwijzigingen optreden, op
voorwaarde dat de FC is ingesteld op de berekende versnelling. Dit is essentieel in veel
toepassingen, denk hierbij aan:
• zorgen dat flessen niet omvallen op flessentransportbanden;
• voorkomen van waterslag in pompsystemen;
• comfort bieden op roltrappen of in liften.
Meestal worden lineaire ramps gebruikt. Het is echter mogelijk om verschillende
karakteristieken te gebruiken voor verschillende toepassingen, bijvoorbeeld een "S"- of
2
"S
"-ramp. Bij de "S"-ramp zijn de overgangen naar en vanuit stilstand bijzonder geleidelijk.
n
–n
2
1
×
)
9,55
fric
n
–n
2
1
×
)
9,55
fric
-1
-1
N
–n
2
1
=
×
)
9,55
(27,0 – (0,05 × 27,0)) × 9,55
fric
en f
[min
1
2
0.042 × (1000–500)
Frequentieomvormers en motoren
-1
].