Dimensionering en selectie van frequentieomvormers
166
Fig. 9.2
Identificatiegegevens van een Danfoss frequentieomvormer
Het typeplaatje in Fig. 9.2 "Identificatiegegevens van een Danfoss frequentieomvormer" is
afkomstig van een frequentieomvormer van 0,75 kW. De gespecificeerde stroomwaarden
gelden voor twee verschillende spanningsbereiken. De FC kan 2,4 A leveren bij een
netspanning van 380-440 V. Als de eenheid wordt gevoed met een netspanning van
441-500 V, kan hij 2,1 A leveren. Het schijnbare vermogen dat bij beide spanningsbereiken
beschikbaar is, is echter altijd 1,70 kVA.
9.3 Overbelastingscapaciteit
Bij het selecteren van een FC moet in de eerste plaats altijd rekening worden gehouden met
de belastingscondities van de toepassing. Er wordt een fundamenteel onderscheid gemaakt
tussen kwadratische- en constant-koppel belastingskarakteristieken; deze karakteristieken
komen in de praktijk het vaakst voor.
Wanneer een FC een motor regelt, kunnen er voor die motor koppelbegrenzingen
worden ingesteld. Het selecteren van een FC met een nominaal schijnbaar vermogen dat
overeenkomt met de nominale stroom of het nominale vermogen van de motor, zorgt
ervoor dat de vereiste belasting op betrouwbare wijze kan worden aangedreven. Een extra
reserve is echter nodig om een soepele versnelling van de belasting mogelijk te maken en
incidentele piekbelastingen op te vangen.
Hieronder vindt u voorbeelden van de constantkoppelkarakteristiek. Als een last op een
transportband wordt geplaatst, is het koppel dat wordt toegepast om de last te verplaatsen,
constant over het volledige toerentalbereik.