Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Verberg thumbnails Zie ook voor VLT HVAC Drive FC 102:
Inhoudsopgave

Advertenties

Elektromotoren
Wanneer de volledige rotor zich in het draaiveld bevindt (zie Fig. 1.12c "Inductie in de
rotorstaven"), worden de rotorstaven beïnvloed door krachten die de rotor laten draaien.
Het rotortoerental (2) bereikt niet het toerental van het draaiveld (1), aangezien er geen
stromen in de kooistaven worden opgewekt wanneer deze met hetzelfde toerental als
het veld draaien.

1.3.3 Slip, koppel en toerental

Zoals aangegeven in de secties 1.2.5 "Polen, synchroon toerental en asynchroon toerental"
en 1.3.2 "Kooiankermotor", is het rotortoerental (n
omstandigheden iets lager dan het toerental (n
de toerentallen van het draaiveld en de rotor wordt slip (s) genoemd, waarbij:
s = n₀ – n
n
De slip wordt vaak uitgedrukt als een percentage van het synchrone toerental en ligt
typisch tussen 1 en 10 procent.
s = (n₀ – n
) × 100
n
n₀
De krachten in de afzonderlijke rotorstaven vormen samen het koppel (T) op de motoras
(zie sectie 1.3.2 "Kooiankermotor"). Bij een gegeven waarde van kracht (F) en straal (r),
bedraagt het motorkoppel: T = F × r.
Fig. 1.13
Koppel op de motoras is kracht (F) x straal (r)
De relatie tussen motorkoppel, toerental en stroom van asynchroonmotoren heeft
een karakteristieke curve, zoals te zien is in Fig. 1.14 "Belangrijkste motorstroom- en
koppelkarakteristieken". Deze curve hangt af van het ontwerp van de rotorsleuven en het
materiaal van de staven.
) van asynchroonmotoren in normale
n
) van het draaiveld. Het verschil tussen
0
21

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Vlt automationdrive fc 301Vlt automationdrive fc 302

Inhoudsopgave