Beveiliging tegen elektrische schokken en energiegevaren
Fig. 6.7
Golfvormen en aanduidingen van reststromen
Elektrische
interpretatie
Fig. 6.8
Universele aardlekschakelaar
6.4 Zekeringen en circuitbreakers
Om FC's en de installatie te beschermen tegen elektrische gevaren en brand,
moeten ze tegen kortsluiting en overstroom worden beveiligd door middel van een
overstroombeveiliging (bijv. een zekering of circuitbreaker). De beveiliging moet voldoen
aan de relevante lokale, nationale en internationale voorschriften.
Een zekering onderbreekt een te grote stroom, om verdere schade aan de beveiligde
apparatuur te voorkomen. Een zekering wordt gekenmerkt door een nominale stroom
(de stroom die een zekering continu kan geleiden) en snelheid (oftewel hoe lang het duurt
voordat de zekering bij een bepaalde overstroom aanspreekt). Hoe groter de stroom, hoe
korter het duurt voordat de zekering aanspreekt. Dit wordt uitgedrukt door de tijd-stroom-
karakteristiek, zoals aangegeven in Fig. 6.9 "Tijd-stroomkarakteristieken van zekeringen":
Wisselende foutstromen
Pulserende gelijkstromen (halve golf pos. en neg.)
Aangesneden sinus
Aansnijdingshoek 90° el.
135° el.
Halve periode bij overlapping van een vlakke foutgelijkstroom
van 6 mA
Vlakke gelijkstroomfouten
Elektrische
interpretatie
139