114
( )
Q
n
=
Debiet is evenredig aan toerental
Q
n
( )
H
n
=
Druk of opvoerhoogte is evenredig aan kwadraat van toerental
H
n
( )
P
n
=
Vermogen is evenredig aan derde macht van toerental
P
n
De flow Q neemt lineair toe met een toenemend toerental (tpm), terwijl de druk/
opvoerhoogte H kwadratisch toeneemt en het opgenomen vermogen P kubiek toeneemt.
In theorie resulteert een toerentalverlaging van 20% in een energiebesparing van 50%.
Fig. 4.14 Vereiste energie in een pomptoepassing met variabel koppel voor smoorklepregeling
In veel ventilator- en pompsystemen worden wervelkleppen, luchtregelkleppen of
smoorkleppen gebruikt om het systeemdebiet te regelen. Als een centrifugaalpomp wordt
geregeld met behulp van een smoorklep, wordt het werkpunt van de machine door smoren
verplaatst langs de pompkarakteristiek. De behaalde vermindering van de energiebehoefte
ten opzichte van het nominale werkpunt van de pomp is minimaal.
Fig. 4.15
Benodigde energie in een pomptoepassing met variabel koppel voor toerenregeling
Benodigde energie voor smoorklepregeling
Werkpunt
Benodigde energie
Benodigde energie voor smoorklepregeling
Pompkarakteristiek
Benodigde energie
Energiebesparing met frequentieomvormers
Systeemkarakteristiek
Pompkarakteristiek
Flow [Q]
Systeemkarakteristiek
Werkpunt
Flow [Q]