Frequentieomvormers en motoren
83
3.2.1 Belastingonafhankelijke startcompensaties
Verhoog zo nodig de uitgangsspanning in het lagere toerentalbereik door een extra
spanning, vaak startspanning genoemd, handmatig in te stellen.
Voorbeeld
Een motor met een veel lager vermogen dan het aanbevolen motorvermogen bij een FC
kan een extra, handmatig instelbare spanningsboost vereisen om statische wrijving te
overwinnen of om te zorgen voor optimale magnetisering in het lage toerentalbereik.
Als meerdere motoren door één FC worden bestuurd (parallelbedrijf ), wordt aangeraden
om de belastingonafhankelijke compensatie uit te schakelen.
Het belastingonafhankelijke supplement (de startspanning) zorgt voor een optimaal koppel
tijdens de start.
3.2.2 Belastingafhankelijke startcompensaties
Het belastingafhankelijke spanningssupplement (de start- en slipcompensatie) wordt
bepaald via de stroommeting (arbeidsstroom).
Deze compensatie wordt gewoonlijk aangeduid als I × R-compensatie, boost,
koppelverhoging of – bij Danfoss – startcompensatie.
Dit type regeling is niet toereikend wanneer de verstoringen lastig te meten zijn en de
belasting uiterst variabel is (bijvoorbeeld in motoren waarbij de wikkelingsweerstand tot
25% verandert tussen de warme en koude toestand).
De spanningstoename kan tot verschillende resultaten leiden. Bij nullastbedrijf kan het
leiden tot verzadiging van de motorflux. In geval van verzadiging ontstaat er een hoge
blindstroom die leidt tot opwarming van de motor. Als de motor belast werkt, zal hij
vanwege de zwakke hoofdflux weinig koppel ontwikkelen en mogelijk stoppen met
werken.
De werkelijke U/f- en T/n-karakteristieken zijn meestal zoals aangegeven in Fig. 3.3
"Werkelijke U/f- en T/n-karakteristiek".