Beveiliging tegen elektrische schokken en energiegevaren
134
De behuizingsklasse van de FC biedt bescherming tegen letsel of schade door aanraking.
Een behuizingsklasse hoger dan IP 21 voorkomt persoonlijk letsel door aanraking. Naleving
van nationale voorschriften voor ongevallenpreventie (zoals BGV-A3, verplicht voor
elektrische apparatuur in Duitsland) is eveneens noodzakelijk om bescherming te bieden
tegen gevaren door aanraking.
Temperatuur- en brandgevaren
FC's kunnen een brandgevaar vormen als gevolg van oververhitting. Daarom moeten ze
worden voorzien van een ingebouwde temperatuursensor die de werking van de FC stopt
als de koelvoorziening uitvalt.
Onder bepaalde omstandigheden kan een op een FC aangesloten motor onverwachts
opnieuw starten. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren als er in de FC timers zijn ingeschakeld
of wanneer temperatuurbegrenzingen worden bewaakt.
Noodstoppen
Afhankelijk van systeemspecifieke voorschriften kan het nodig zijn om een noodstop-
schakelaar in de buurt van de motor te monteren. Deze schakelaar kan in de netvoedingslijn
of de motorkabel worden toegepast zonder de FC of de motor te beschadigen.
6.2 Netvoedingssystemen
Er zijn verschillende manieren om de netvoeding aan te sluiten op aarde, elk met zijn eigen
voor- en nadelen. IEC 60364 onderscheidt drie hoofdaardingssystemen:
TN, TT en IT. De letters staan voor
T – Terra (Lat.) = verbinding met aarde
N – Neutraal = rechtstreeks verbonden met de nulgeleider
I – Geïsoleerd = geen verbinding/zwevend
TN-S-systeem
De stroomverdeling in een gebouw moet voldoen aan de vereisten van een TN-S-systeem,
wat betekent dat geen gecombineerde PEN-geleiders mogen worden gebruikt.
Het TN-S-systeem biedt de beste EMC-prestaties omdat de nul- en PE-geleider van
elkaar worden gescheiden. Op deze wijze veroorzaakt een stroom door de N geen
effecten op de spanningspotentiaal van de PE. Dit is het voorkeurssysteem voor
frequentieomvormertoepassingen.
Een eigenschap van het TN-S-systeem, die in het algemeen ook voor zowel TN- als
TT-systemen geldt, is dat bij een aardfout op de lijn de zekeringen de installatie
zullen uitschakelen.