Frequentieomvormers en motoren
86
3.3 Automatische aanpassing motorgegevens (AMA)
Motorgegevens op het motortypeplaatje of op het datablad van de motorfabrikant gelden
voor een specifieke reeks motoren, of een specifiek ontwerp, maar deze waarden zijn zelden
afgestemd op de individuele motor. Vanwege variaties in de productie van motoren en de
installatie zijn deze motorgegevens niet altijd voldoende nauwkeurig om een optimale
werking te garanderen.
Zoals hierboven is aangegeven, zijn er ook diverse compensaties die moeten worden
ingesteld. Voor moderne FC's kan een nauwkeurige afstemming op de feitelijke motor en
installatie een ingewikkelde en moeizame klus zijn.
Om de installatie en eerste inbedrijfstelling eenvoudiger te maken, zijn er steeds vaker
automatische-configuratiefuncties beschikbaar, zoals de functie voor automatische
motorgegevens aanpassing (AMA) van Danfoss. Deze functies meten bijvoorbeeld de
statorweerstand en -inductantie. Er wordt tevens rekening gehouden met de invloed
van de kabellengte tussen FC en motor.
De parameters die voor diverse typen motoren vereist zijn, verschillen in belangrijke details.
Zo is de tegen-EMK-waarde essentieel voor PM-motoren, terwijl het verzadigingspunt
belangrijk is voor SynRM-motoren. Daarom zijn verschillende typen AMA nodig. Houd er
rekening mee dat niet alle FC's de AMA-functie ondersteunen voor alle motortypen.
In principe worden twee soorten motor-identificatie gebruikt:
Dynamisch
De functie laat de motor tot een bepaald toerental versnellen om de metingen uit te
voeren. Gewoonlijk moet de motor zijn losgekoppeld van de belasting/machine voor
een "identificatieronde".
Statisch
De motor wordt gemeten bij stilstand. Dit betekent dat de motoras niet hoeft te worden
losgekoppeld van de machine. Het is echter belangrijk dat de motoras tijdens de meting
niet gaat draaien door invloeden van buitenaf.