88
3.4.2 Omkeren
De draairichting van asynchroonmotoren en veel synchroonmotoren wordt bepaald door
de fasevolgorde van de voedende spanning. Als twee fasen worden verwisseld, verandert
de draairichting van de motor (de motor draait achteruit).
Fig. 3.6
De draairichting van de motor wordt omgekeerd wanneer de fasevolgorde wordt gewijzigd
Een FC kan de draairichting van de motor omkeren door de fasevolgorde te wijzigen.
Omkeren wordt gedaan door middel van een negatieve toerentalreferentie of een digitaal
ingangssignaal. Als de motor bij ingebruikname een specifieke draairichting moet hebben,
is het belangrijk de standaard fabrieksinstellingen van de FC te kennen.
Aangezien een FC de motorstroom op de nominale waarde begrenst, kan een motor die
door een FC wordt geregeld vaker worden omgekeerd dan een motor die direct op het net
is aangesloten.
Fig. 3.7
Remkoppel van de frequentieomvormer tijdens omkeren
Frequentieomvormers en motoren
N