Frequentieomvormers en motoren
89
3.4.3 Vertragings- en versnellingsramps (aanloop en uitloop)
Voor veel toepassingen zijn er diverse redenen waarom het toerental niet te snel mag
veranderen, maar in plaats daarvan langzaam of met soepele overgangen moet veranderen.
Alle moderne FC's beschikken over rampfuncties om dit mogelijk te maken. Deze ramps
zijn instelbaar en zorgen ervoor dat de toerentalreferentie alleen met een vooraf ingestelde
snelheid kan worden verhoogd of verlaagd.
De versnellingsramp (aanloop) geeft aan hoe snel het toerental wordt verhoogd. Deze wordt
uitgedrukt als een versnellingstijd t
en geeft aan hoe snel de motor het nieuwe toerental
acc
moet bereiken. Deze ramps zijn voornamelijk gebaseerd op de nominale motor-frequentie;
een versnellingsramp van bijvoorbeeld 5 seconden betekent dat de FC er 5 seconden over
doet om vanuit stilstand naar de nominale motorfrequentie (f
= 50 Hz) te gaan.
n
Sommige fabrikanten bepalen het versnellen en vertragen echter ten opzichte van de
waarden tussen de minimale en maximale frequentie.
f
f
min
min
t
t
acc
dec
Fig. 3.8
Versnellings- en vertragingstijden
De vertragingsramp (uitloop) geeft aan hoe snel het toerental wordt verlaagd. Deze wordt
uitgedrukt als de vertragingstijd t
en geeft aan hoe snel de motor dit nieuwe, lagere
dec
toerental moet bereiken.
Het is mogelijk om direct van versnellen naar vertragen te gaan, aangezien de motor altijd
de uitgangsfrequentie van de omvormer volgt.
Ramptijden kunnen op dusdanig lage waarden worden ingesteld dat de motor het vooraf
ingestelde toerental in bepaalde gevallen niet kan volgen.
Dit leidt tot toename van de motorstroom totdat de stroomgrens wordt bereikt. In geval
van korte uitlooptijden kan de spanning in de tussenkring zodanig hoog worden dat het
veiligheidscircuit de FC stopzet.
Als het traagheidsmoment van de motoras en het hieraan gerelateerde massatraagheids-
moment van de belasting bekend zijn, kunnen de optimale versnellings- en vertragingstijd
worden berekend.