Frequentieomvormers
46
Hetzelfde principe geldt voor diodegroep D
. Hier neemt klem (B) de negatieve
4,6,2
fasespanning aan. Als L
op een gegeven moment de negatieve drempelwaarde bereikt,
3
geleidt diode D
.
6
De andere twee diodes zijn onderhevig aan sperspanningen van magnitude U
en U
.
L3-1
L3-2
De DC-uitgangsspanning van de ongestuurde gelijkrichter is constant en is gelijk aan
het verschil in spanning tussen de twee diodegroepen. De gemiddelde waarde van
de pulserende gelijkspanning is ongeveer 1,31 tot 1,41 maal de netspanning met
een driefasevoeding of ongeveer 0,9 tot 1,2 maal de gelijkspanning in geval van een
eenfasevoeding.
De stroomopname van de diodes is niet-sinusvormig. Daarom veroorzaken ongestuurde
gelijkrichters interferentie via het net. Om dit tegen te gaan, worden steeds vaker FC's
met B12- en B18-gelijkrichters gebruikt. B12- en B18-gelijkrichters bevatten respectievelijk
12 en 18 diodes, ingedeeld in groepen van 6.
2.3.2 Halfgestuurde gelijkrichters
Bij halfgestuurde gelijkrichters neemt een thyristorgroep de plaats in van een van de
diodegroepen (bijvoorbeeld D
, zoals aangegeven in Fig. 2.5 "Ongestuurde gelijkrichter
4,6,2
(B6-diodebrug)". De thyristoren worden ook wel siliciumthyristoren of gestuurde
halfgeleidergelijkrichters (SCR – silicon controlled rectifiers) genoemd. SCR's zijn ook te
vinden in veel elektronicatoepassingen, met name voor vermogensregeling.
Door de ontstekingstijd van de thyristoren te sturen, is het mogelijk om de inschakelstroom
van de eenheden te begrenzen en een soft-charge van de condensatoren in de tussenkring
te realiseren. De uitgangsspanning van deze gelijkrichters is identiek aan de spanning die
wordt geproduceerd door ongestuurde gelijkrichters. Halfgestuurde gelijkrichters zijn
veelal te vinden in FC's met een vermogensklasse van 37 kW en hoger.
+
Afb. 2.6
Werking van thyristoren