Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Verberg thumbnails Zie ook voor VLT HVAC Drive FC 102:
Inhoudsopgave

Advertenties

Elektromotoren
Naast het normale motorwerkbereik zijn er twee rembereiken.
• n/n₀ > 1: de motor wordt aangedreven door de belasting boven het synchrone toerental
van de motor (n₀) en werkt als generator. In dit bereik produceert de motor een
tegenkoppel en voert hij tegelijkertijd vermogen terug naar het voedingsnet.
• n/n₀ < 0: het remmen wordt aangeduid als regeneratief remmen of tegenstroomremmen.
Als twee fasen van een motor plotseling worden verwisseld, verandert het draaiveld van
richting. Meteen hierna bedraagt de toerentalverhouding n/n₀ 1. De motor, die tot op
dat moment was belast met koppel T, remt nu met het remkoppel. Als de motor niet
wordt uitgeschakeld bij n = 0, zal hij in de nieuwe looprichting van het magnetische veld
blijven werken.

1.3.4 Typische bedrijfscondities

In principe hebben asynchroonmotoren zes spoelen: drie spoelen in de stator en drie
spoelen in het kooianker (dat zich magnetisch gedraagt alsof het uit drie spoelen bestaat).
Een subset van deze spoelen kan worden gebruikt als basis voor het creëren van een
equivalent circuit waarmee het werkingsprincipe van de motor eenvoudiger te begrijpen is,
met name wanneer de frequentie of de voedingsspanning verandert of varieert.
Fig. 1.15
Equivalentiediagram (eenfase) voor een motor die belast werkt
Het schakelen van een voedingsspanning (U₁) veroorzaakt een stroom in de stator (I₁)
en de rotor (I₂) die wordt begrensd door de weerstand in de stator (R₁) en de rotor (R₂)
en de reactantie in de stator (X₁ σ) en de rotor (X₂ σ). De weerstand is onafhankelijk van
de voedingsfrequentie, maar de reactantie is wel van invloed.
X
= 2 x π x f x L
L
X
= reactantie [Ω]
L
f = frequentie [Hz]
L = inductantie [H]
R
Fe
23

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Vlt automationdrive fc 301Vlt automationdrive fc 302

Inhoudsopgave