Dimensionering en selectie van frequentieomvormers
9.2 Classificatie van de frequentieomvormer op basis van de
motorspecificaties
Een veelgebruikte methode voor het selecteren van FC's is simpelweg gebaseerd op het
nominale vermogen van de te gebruiken motor. Hoewel fabrikanten de vermogensklasse
van hun FC's specificeren, hebben deze gegevens gewoonlijk betrekking op standaard
vierpolige motoren. Omdat de nominale stromen van motoren bij hetzelfde vermogen
aanzienlijk uiteenlopen, afhankelijk van de motorconstructie (bijv. standaardmotor en
motorreductor) en het aantal poolparen, is deze methode alleen geschikt voor een ruwe
schatting van het juiste FC-vermogen. Fig. 9.1 "Nominale stroom voor 1,50 kW-motoren met
verschillende pooltallen en van diverse fabrikanten" toont voorbeelden van de nominale
stromen van diverse 1,5 kW-motoren.
5,0
4,5
4,0
3,5
3,0
2,5
5,0
1,5
1,0
0,5
0,0
Fig. 9.1
Nominale stromen voor 1,50 kW-motoren met verschillende pooltallen en van diverse fabrikanten
Bovendien geldt dat de door een motor opgenomen stroom ervan afhangt of hij in ster
of driehoek is aangesloten. Daarom moeten FC's worden geselecteerd op basis van de
nominale stroom voor de configuratie die is geselecteerd (ster of driehoek).
Behalve de motorstroom is ook de vereiste motorspanning van belang. Veel FC's kunnen
werken over een breed netspanningsbereik (bijv. 3 x 380-500 V) en bieden hiermee een
breed uitgangsspanningsbereik. Het schijnbare vermogen dat de eenheid kan leveren,
is echter constant over het volledige spanningsbereik. Dat betekent dat de maximale
uitgangsstroom hoger is bij een lagere netspanning en andersom lager bij een
hogere spanning.
680
700
930
930
tpm [min
1410
1425
1440
2850
]
-1
2900
165