3F-1
7.
VEREN.
Smeer
de
einden
va
n de
h u
lpveren
en
het
achtereinde
va
n
de
hoof
dveren
NIET met
vet in,
aangezien
dit
tezamen
met
zand
en
sto{
een
schurenc)
mengsel
vormt,
dat de
veerstoelen
en de
veereinden
snel doet
sli;ten.
De
veerstroppen moeten
goed
aangetrokken
blijven. Door
loszittende
veer-
stroppen ontstaan remdefecten
en
kunnen
de
veerbladen
breken.
Zowel
bi1
de
voor- als
bij
de
achteras
zijn
ie
veren
met het
voorste
oog
in
rubber opgehangen (a{b. 1),
terwijl
de
veren aan
het
achtereinde
slepend
zijn
uitgevoerd
(afb.
?-).
Afb.
1.
Voorste veerstoel
van
de
achterveer.