2A-1
II.
BEDIENING EN ONDERHOUD.
1.
MOTOR.
Alle
aanduidingen zoals
bi1v.
links
en
rechts
worden gezien van
de
achter-
kant van
de
motor
af, dus waar het
vliegwiel
en de
koppeling
zich
b'evinden.
De
rechterzijde
van
de
motor
is die
van
de
nokkenas
en
de
spruitstukken,
terwijl de
linkerzijde
die
is waar
de
waterpomp
zich
bevindt,
De voorzijde van
de
motor is
de
zijde van
de
distributiekast.
Indien dus
bi1v,
gesproken
wordt over
cylinder
no.
1of
over het
voorste
krukaslager,
wordt
daarmee
de
cylinder
of
het
lager bedoeld, dat
zich
het
dichtst
bij de
distributiekast
bevindt.
Cylinders, drij{stangen
e
d.
worden
van de
voorzijde
af
genummerd,
a.
BIJZONDERE
KENMERKEN.
Cylinderblok
en
krukkast.
Fiet cylinderblok
en het
bovencarter
zijn
in
een stuk
gegoten,
waardoor
een betere koeling verkregen
wordt over de
gehele lengte van
de
cylinders,
Krukas-hoof dlagers.
Door de
toepassing
van zeven hoofdlagers bevindt
zich
aan beide zijden
van
iedere krukpen
een
hoofdlager
(af
b.
1).
De
middelste
en
achterste
lager-
schaal
worden
op
hun
plaats gehouden
door
vier 7/u/'
kopbouten,
de
overigen
elk
door twee
kopbouten
met een
d ia
meter
van
alz"
,
Zowel in de
bovenste
als de
onderste lagerkap
bevindt
zich
een
uitneembare
schaal,
welke
onderling
verwisselbaar
zijn, Deze
schalen
ziln
van het
precisietype,
zodat het
in liln
ruimen
o{
schrapen
overbodig
is
en
vernieuwing van
de
lagers
een
eenvoudig
werk wordt.
De
schalen
zijir
voorzien van
een kleine
lip die
in een
uitsparing van
de
bovenste lagerhellt
o{ in de
lagerkap
valt, zodat
de
schalen
niet
kunnen gaan schuiven
of
meedraa
ien.
Zij
zijn
ongeveer
1/t,;" dik en
kunnen
niet
verwisseld
worden
met
de
bovenschalen,
welke
gebruikt
worden
in
combinatie
met
wit-
metaallagerkappen.
Afb.
1.
Krukas-hoofdlagers.