Download Print deze pagina

DAF A40 1950 Gebruik En Onderhoud pagina 44

Advertenties

2D-21
Hoe
kleppen
en
klepgeleiders vervangen moeten
worden,
is
beschreven
in
het
hoofdstuk,,,Het slilpen van
de
kleppen",
dat
hieronder
volgt.
Het
slijpen van
de
kleppen.
Om
de
motor
ín
goede conditie
te
houden
is het
nodig
de
kleppen
rrp gezette
tijden
te
slilpen.
Hoe
vaak men
dit
moet doen, hangt
af
van
de wijze,
waarop men
de
motor gebruikt.
Houdt
men
zich
echter
nauw-
keurig aan
de
instructies,
die
in
dit
boek
gegeven worden,
dan kan
het
slijpen
van
de
kleppen,
zowel als
andere
onderhoudswerk
zaamheden,
tot
een
minimum beperkt
blilven.
Door
bovenmatige
koolafzetting gaat
de
motor,,pingelen".
Aangezien
dit
pingelen
ontstaat
doordat
de
verbrandingskamer
gedeelteliik gevuld
is
met
kool,
dus
de
compressie
te
hoog
wordt voor
de
soort
brandstof
die
men
gebruikt,
kan
men
het
pingelen verminderen
door een
meer
klopvaste
brandstof
te
gebruiken.
Het
is
evenwel
raadzamer
de
cylinderkop
af
te
nemen
en
de
koolaanslag
te
verwijderen.
Van
deze
gelegenheid
make
men dan gebruik
de
kleppen
te
controleren
en bij
te
stellen.
Het
is
ook
mogelilk,
dat
de
cylinderkop
afgenomen
moet worden,
omdat
er
een
o{
meer
kleppen lekken, waardoor
de
motor slecht
trekt
bij
lage
snelheden.
Men
ka
n
het
tevens vaststellen
door
de
motor met
de
slinger
tegen
de
compressiedruk
van
iedere cylinder
in
te
draaien; wanneer
men
dit
doet,
zel
men
de
ontsteking
af
en opent
men
de
smoorklep volledig.
zodat
de
cylinders
zich
geheel
met lucht
kunnen
vullen.
Aannemende
dat
de
kop
schoongemaakt
en de
kleppen
geslepen
moeten
worden, geven
wij
enkele belangrijke
punten
voor de
behandeling.
Verwijder
de
cylinderkop.
Verwijder
de
carterventilatieleiding.
Verwijder
de
kleppenh
u
isdeksels.
Druk
de
klepveren
met een
klepveertang samen
en verwijder de
sloten.
Stop
de
openingen
onder
in
het
kleppenhuis
dicht
met
een
lup,
zodai
de
sloten
niet onder
in
het carter
kunnen vallen (a{b.
23).
,5.
Neem
de
kleppen
uit en zet ze in
een stuk
carton
of
hout
met
genummerde
gaten,
zodat
zij
na
het slijpen
weer
op
hun oorspronkelllke
plaats
gezet
kunnen worden.
(Merk
de
kleppen NIET
met
een
vijl
of
een
doorslag.)
6.
Verwijder
alle
koolaanslag
van
de
cylinderkop,
de
zuigerbodems,
de
klepzittingen
en de
kleppen.
7. Ga
na
of de
klepgeleiders
niet
te
veel
versleten zijn,
Als
deze
ver-
nieuwd
moeten
worden,
dient
men
dit te
doen, vóórdat men
de
werk-
zaamheden
aan
de
klepzittingen
gaat
verrichten.
Hierdoor
is
men
er
zeker van, dat
de zittingen
goed
vlak
liggen
ten
opzichte van
de
nieuwe
klepgeleiders.
De
uitlaatkleppen
zullen
meestal
de
grootste sli;tage
ver-
tonen.
Om
in het
kleppenhuis
ruímte
te
krijgen
voor
het
uitnemen
van
de
oude
klepgeleiders,
verwijdert
men
de
klepveren,
draait
men
de
stelbouten helemaal
naar
beneden
en
zel
men
de
krukas
in
een
1.
2.
3
4.

Advertenties

loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

K40 1950