ó. ACHTERA5.
".]
a.
Alstelling
achterwiellagers.
Verwijder
de
moeren
van
de
steekas
en trek de
as
uit
het
huis.
Zorg
er
voor, dat de open
conische pasringen
niet verloren
raken.
Draai
de
(buitensle) borgmoer
los en
verwilder
de
borgring.
Draai
de
(binnenste)
stelmoer vast tegen
het
buitenlager,
zodat het
wiel
weerstand
ondervindl. Tegelijkertijd
draait
men
hierbil het
wiel
rond
om
er
zeker van
te
ziin, dat alle
oppervlakken
goed
dragen. Vervolgens draait
men
de
stelmoer
zo ver
terug,
dat het
wiel
zonder speling
vrij
kan
draaien.
Men legt nu
de
borgring
weer
op zijn
plaats,
waarna men
de
borgmoer
vastdraait. Sla
de
borgring
naar weerskanten
om
langs
een platte kant
van
elke
moer.
.Vóórdat men
de
as
weer
in
het
huis steekt, controlere
men
eerst
de
afstelling,
daar
het
mogelilk is,
dat door het
vastdraaien
van
de
buitenste moer
de
afstelling
niet
meer
juist
is. Door deze extra
contròle
kan men
er
zeker van
zijn,
dat
de
lagers
perfect
functionneren. Smeer
nu
hei
uiteinde
van het
ashuis
en
de
moeren met
vet
in
en
steek
de
as
in
het
huis.
Let
er
op, dat de
conische pasringen
goed
op
hun
plaats zitten
en dat
de
moeren
gced
aangedraaid
worden.
Waarschuwing:
Zorg
er
voor,
dat
de
sluitmoeren
niet
zó
los
zitten.
dat
men
de
naaf
op en
neer kan
bewegen
en
men
de
spelinE
in de
lagers
kan
voelen.
Een
te
losse
afstelling
zal de
lagers even snel beschadigèn als
een
te
vaste
a{stel
I
ing.
b.
Inspectie
van
de
pignon-kroonwieloverbrenging.
Opmerking:
Deze contróle moet iedere
25.000
km verricht
worden.
1. Ziin de
lagers
van
de
pignonas
correct
afgesteld
en
verkeren
zij
in
goede
conditie?
a.
Overtuig
U er
van, dat
de
cups
en
de
conussen
van
de
lagers niet
beschadigd ziln.
b.
Ga
na,
of de
rollen niet
bovenmatig versleten zijn'
c.
Let
er
op, dat de
cups
van
de
lagers
goed
vastzitten.
2.
Ziln de
lagers
van het di{ferentieel goed
algesteld
en
verkeren
zij
nog
in
goede conditie?
a.
Controleer
ol
de
cups
en
conussen
niet
ingelopen
zijn
b,
Let
er
op, dat
de
cups
niet
meedraaien.
c.
Controleer
of de
conussen
niet
ronddraaien
op de
di{ferentieel-
huiseinden.
3.
Ziin de
tandwielen
van het dif{erentieel
in
orde?
a.
Als de
achterkant beschadigd is,
moet
men
de
tandwielen bilpolilsten
of
vervangen.
b.
Let er op, dat de
tanden
niet
afgebroken
of
ingekerfd
ziln en
dat
er
geen
stukjes
ziin
a{gesprongen'