Download Print deze pagina

DAF A40 1950 Gebruik En Onderhoud pagina 16

Advertenties

2A-2
Cylinderkop.
De
cylinderkop kan
afgenomen
worden waarbil
het
grootste gedeelte
van
de
verbrandingsruimte
boven
de
kleppen
ligt.
De
cylinderkop
is
watergekoeld,
Zuigers
en
drijfstangen.
Evenals
de
krukaslagers
zijn
de
lagers
van
de
drijfstangen
van het
precisie-
of
in
legtype.
De
scheid
ing
tussen
de
d
rijlsta
ng ka
ppen
va
lt
ju
ist
iets
onder het
midden,
zodat de
scheiding
tussen
de twee
lagerschalen
hiermee
niet
samenvalt.
De
aluminium
zuigers
hebben
in de
stompen
voor
de
zuigerpen
geen
lagerbussen, àEngezien
de
aluminium-legering
een goede
lagering
vormt
voor
de
zu
igerpen.
De
nokkenas
en
de
as
voor
het
tussentandwiel.
De
nokkenas
bevindt
zich
in
het cylinderblok
en
is
vier
maal gelagerd.
Deze
lagers kunnen
uitgenomen
worden
en
zijn
met witmetaal gevoerd.
In
het
midden
van deze as
is
het tandwiel met
schroefvormige
vertanding
aan-
gebracht,
dat ingrijpt
op
het tandwiel
van
de oliepomp en
dus
de
oliepomp
aandrijft.
Het
tussentandwiel
voor de
aandrijving van de
waterpomp
wordt
gedragen
door een
às,
die in het
tandwiel geperst
is.
De
as
draait
in
een
lagerbus
van
witmetaal,
die
in
het cylinderblok
geperst
is.
Het
tussentandr'r'iel
is
voorzien van een drukring, die
tussen
het
tandwiel
en
het carter
is
aangebracht.
Kleppen.
De
inlaatklep
heeft
een
qrotere
diameter
dan
de
uitlaatklep.
De
klep-
stoters
van het
paddenstoeltype
zijn voorzien van een bout en
contramoer,
waarmede
de
klepspeling afgesteld
kan worden.
De
klepgeleiders
zowel
als
de
klepstotergeleiders
zijn
in het
cylinderblok geperst
en
ziln
uit-
neembaar.
Aandrijving
van
de
waterpomp.
De
aandrijving
van
de
waterpomp
ligt
aan
de
linkerzijde van
de
motor
en
bestaat
uit
een
busvormig gietstuk,
dat met
bouten tegen
de
voorzijde
van het
bovencarter bevestigd
is.
Het
sm.eersysteem.
De
tandrad-oliepomp
is
zodanig
bevestigd
dat
de
aanzuigzijde
zich
in
de
oliepan
bevindt
en de
pomp dus
direct
aanzuigt.
De
olie wordt
onder
druk
naar
de
oliegalerij
in het
cylinderblok gevoerd,
die zich aan
de
rechterzijde van
de
motor van
voor
tot
achter uitstrekt; deze doorgang
is
aan beide zijden
door
pluggen afgesloten.
Van
de
krukaslagers
uit
zijn
gaten naar
de galerij
geboord,
zodat de
olie
naar
de
hoofdlagers
en via
de
gaten
in de
kru
kas
naa
r
de
d
rij{sta
ng
lagers gevoerd
wordt.
De
cylinder-
boringen, klepstoters
en
klepstelen
worden
gesmeerd
door de olie, die
van
de
drijfstanglagers afgeslingerd wordt.
Het
tussentandwiel
en de
as worden
onder druk
gesmeerd naar
de
tagerbus
via
geboorde
doorga
ngen
in
de
as
en
het
ta
ndwiel.

Advertenties

loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

K40 1950