2L-6
Het
acceleratiepompsysteem
(af
b.
5).
De
acceleratiepomp
wordt
mechanisch
bediend.
De
hoeveelheid
brandstof
die
aan
de
acceleratiesproeier
geleverd
wordt,
kan
bepaalci
worden
door
verstelling
van
de
pompslag.
Deze
verstelling
is
mogelilk
door
de
drie
afstelgroeven,
die
zich aan
de
bovenzijde
van
de
zuigerstang bevinden
en
door
middel
van
een
haarspeldvormig
veertje,
Met het
veertje
in
de
onderste
groef,
maakt
de
zuiger
een volle
slag,
in de
middelste
groe{
drie-kwart
en in de
bovenste
groef
een halve
slag. Teneinde
een
te
grote
druk
in
acceleratiepompcylinder
bil
snel
omlaag bewegen
van
de
zuiger
tegen
te
gaan, is een
veer
aangebracht
tussen
de zuiger en de
zuigerstang.
lerugdaglleg
Aldclgrocvcn
Ierugslagklep
Afb.
5.
Het
accel'eratiepompsysteem.
De
terugslagklep
onder
in
de
pompcylinder
laat
de
brandsto{
toe,
terwijl
de
klep
bij de
geringste
druk
op de
brandstof
weer sluit,
zodat
geen
brandstof
naar
de
vlotterkamer kan terugvloeien. Een kogel (als
terugslag-
klep)
en
een gewicht zorgen
er
voor, dat
de
pompcylinder
gevuld
wordt,
wanneer
de
zuiger
omhcog
beweegt. De terugslagklep boven
in
het
afvoer-
kanaal
laat
lucht
toe,
nadat
een
pompslag
geéindigd
is.
Dit
voorkomt
het
overhevelen
van
brandsto{
via de
acceleratiesproeier.