Advertenties
2K-1
Het in- en uitlaatspruitstuk.
Bij
het aanbrengen
van een
nieuw spruitstuk
is
het
zeer belangrijk,
dat
men
gebruik
maakt
van nieuwe
pakking. Tevens
dient
men
er
zeker
van
te
zijn,
dat
de in- en
uitlaatpoorten
dezelfde
a{meting
hebben
als
die in
het
cylinderblok
en dat ze
goed
op
elkaar
aansluiten.
Bij
het
vastdraaien
van
het
spruitstuk
brengt men sluitringen onder
de
moeren
aan
en
men
draait
de
moeren geleidelilk
van het
midden
uit
naar
de
uiteinden
toe
vast.
Dit
vastdraaien herhaalt men
drie
of
vier
keer om vooral zeker
te
zijn,
dat
het
spruitstuk
goed vast
zit.
Gewoonlilk
wordt
de
uitlaatpijp
met flens
en
pakking
tegen
het
uitlaat-
spruitstuk bevestigd.
Let
er
op, dat
zij
stevig
en
goed vlak tegen
de
flens
van
het
uitlaatspruitstuk
getrokken worden
om
lekken
te
voorkomen.
Het
afnemen
van het
spruitstuk.
1.
Maak
de
brandstofleiding
los.
2.
Maak
de
bedieningsstangen
van
de
carburator
los
en let er op,
hoe
deze gemonteerd zijn
geweest,
zodat
ze
later weer
op de
juiste
wijze
vastgemaakt
kunnen
worden.
3.
Verwijder
de
luchtfilterverbinding.
4.
Verwijder
de
carburator.
5.
Verwijder
de
carter-ventilatieleiding.
6.
Maak
de
uitlaatpijp van het
spruitstuk
los.
7.
Verwijder
de
bevestigingsmoeren
en
sluitringen
van het
spruitstuk.
Het
monteren
van het
spruitstuk.
1..
Breng
de
pakking
over
de
tapeinden
aan
en
plaats
het
spruitstuk
tegen
de
motor.
2.
Nlet
de
moeren en sluitringen
zet
men het spruitstuk
in de
goede
positie;
draai
de
moeren
licht
aan.
Daarna
draait
men
de
moeren
geleidelilk
vast,
waa
rb-ii
men
in het
m
idden
beg
int en
naa
r de
u
iteinden
toe
werkt.
Deze bewerking herhaalt
men,
totdat
alle
moeren
goed vast
zitten.
3.
Sluit
de
uitlaatleiding aan
en
draai
de
bou'.en
vast.
4,
Indien
de
carter-ventilatieklep afgenomen
is
geweest, monteer
deze
dan
weer.
5,
Bevestig
de
carter-ventilatieleiding.
6.
Monteer
de
carburator.
7
.
Monteer
de
lucht{ilterverbind
ing
8.
Maak
de
bedieningsstangen
van
de
carburator
vast.
9.
Sluit
de
brandstofleiding
aan.
Advertenties
