Download Print deze pagina

Advertenties

b. BEDIENING
28.1
Dit
gedeelte handelt
over
die
onderwerpen,
welke
uin
bilzonder
belang
zijn.
Het laat alle
werkzaamheden
die
door
onderhoudspersoneel verricht
moeten
worden buiten
beschouwing, hetgeen
echter
niet
betekent,
dat
de
gebruiker
zich niet
op de
hoogte dient
te
stellen
van
de
versòhillende
onderwerpen,
die
in
het
hierna volgende
besproken
worden.
Voorzorgsmaatreg elen.
Door
onderstaande voorzorgsmaatregelen
zo
veel
mogeliik
op
te
vglgen,
zal men
bij
het
gebruik
van
de
motor
veel
moeililkheden
en
abnormale
sliltage
voorkomen.
1
.
Filters.
Houd deze
vooral
goed schoon;
het
zijn de
beschermers
van
Uw
motor. Vervuilde {ilters
veroorzaken
sn,elle
slijtage
en
een
laag
motorvermogen. Lees
h
ierover
het
gedeelte
over het
olief
ilter
onder
d.,,Onderhoud".
2.
Brandstof.
Gebruik geen
vuile
bussen
voor het
vervoer. Betrek
alleen
bra
ndsto{
va
n
bekende
maatscha
ppijen.
Houd
alle
brandstoffilters schoon
en
ki;k hen
regelmatig
na.
3.
Srneerolie.
Tup het
carter
tijdig af.
Gebruik
de
beste
merken
olie.
Vervang
het
smeeroliefilterelement
op de
vastgestelde
tijd.
(Zie,,Het
oliefilter"
en
het
gedeelte
onder
c.,,S.ering".)
4.
Laat
het oliepeil niet
beneden
het
merkteken
,,FULL"
op
de
oliepeilstok
za
kken.
I
m
mers,
hoe
g
roter
de
olievoorraad
is, des
te
beter
zal
de
olie
in
staat zijn
de
wrijvingswarmte
op
te
nemen
en
te
verspreiden. Vul
echter geen
olie bij
tot
boven
het,,Full"-merkteken,
5.
Laat
de
motor
in
geen geval
lopen
2onder
smeerolie
of
zonder
koel-
water.
ó.
Gebruik
geen
olie,
dieselolie
of
petroleum
in
het
koelmiddel,
àdngezien
deze stoffen een
schadelilke
invloed
hebben
op de
rubberkeerring
van
de
waterpomp.
7.
Laat
de
motor nooit
draaien,'
wanneer
het
koelwater
of
het
antivries-
mengsel
kookt. Hierdoor
gaat
de
smering
falen
en de
motor
kan
ernstig
vervuilen.
8.
Giet
geen koud
water
in
een oververhitte motor.
Dit
kan
de
cylinder-
kop,
het
blok e.d, doen
scheuren.
9.
Laat
het
luchtfilter
niet
verstopt raken
en let er
op, dat alle
verbin-
dingen
goed
aangehaald
zijn.
Slechts
door het
filter
goed
te
onder-
houden,
behoedt
men
de
motor
reeds
voor
onnodige
sliltage.
10.
Start
de
motor nooit, voordat men
de olie, het
water
en de
brandstof
heeft
gecontroleerd
en
voordat
de
motor
in
gereedheid gebracht
is.

Advertenties

loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

K40 1950