2L-1
De carburator.
De
valstroom-carburator
is
voorzien
van twee
verstuivers (venturi's),
de
hoo{dverstu
iver en
de
tweede
verstu
iver.
De
carburator
is
volkomen gesloten, waardoor
alle
lucht
voor
ventilatie
(resp. ontluchting)
van
de
vlotterkamer
en voor
de
nullastsproeier door
tilterplug
tiherelemenl
Vlollernar
ld
Vlotlern
aa
ldritlin
g
Brandrto
linlaal
Af
b.
1.
De
brandstoftoevoer.
het
luchtfilter moet
komen.
De
carburator
is
dus
zo
geconstrueerd,
dat
benzine
en
lucht
steeds
in
de
juiste
mengsel-verhouding
naar
de
cylinders
gevoerd
worden,
zelfs wanneer
de
luchttoevoer
door
het luchtfilter
beoerkt
zou
worden.
De
acceleratiepomp
wordt
mechanisch
in
werking gesteld;
het
vollast-
sproeiersysteem
wordt
bediend
door
de
onderdruk
van
de
motor.
Brandstoftoevoersysteem
(afb.
1).
De
bra
ndsto{
stroomt
via
de
in
laat
naa
r
de
f
ilterru
imte
en door het
f
ilter-
element.
Dit is
bevestigd
aan
de
filterplug,
die
herkenbaar
is
aan
de
r:t/7(''t zeskante
kop,
direct
boven
de
inlaataansluiting,
Het
element
wordt
met deze plug
verwijderd.
Dit
{ilne
benzinefilter
is
van
bilzonder
belang
en
moet
op
geregelde
tijden
uitgenomen
en
schoongemaakt
worden,
oFn
te
voorkomen
dat
vuilophoping
de
benzinedoorlaat
gaat
belemmeren.
Na
het
{ilter
stroomt
de
benzine
door
de
vlottern
aaldzLtting
en
langs
de