Hoogte van de hoofdsteunen van de derde zitrij instellen
Afb. 86 Hoogte van de hoofdsteunen van de derde zitrij instellen
›
De hoofdsteun vastpakken en naar boven in pijlrichting
86.
›
Om de hoofdsteun naar beneden te schuiven, de vergrendelingsknop
pijlrichting
vasthouden en de hoofdsteun in pijlrichting
2
Let op
De hoofdsteunen van de derde zitrij kunnen niet worden verwijderd.
Stoelverwarming en -ventilatie
Inleiding voor het onderwerp
Afb. 87 Plaatsing van toetsen: Voorstoelverwarming en -ventilatie / ver-
warming voor zitplaats achterin
88
Bediening
De voorstoelen kunnen afhankelijk van de uitrusting worden verwarmd of ver-
warmd en geventileerd. De buitenste zitplaatsen achterin kunnen alleen wor-
den verwarmd.
Toetsen voor de stoelverwarming en -ventilatie
Stoelverwarming links
Stoelverwarming rechts
Stoelverwarming en -ventilatie links
Stoelverwarming en -ventilatie rechts
De stoelverwarming-/ventilatie werkt alleen als de motor draait.
Bij uitschakelen van het contact wordt ook de stoelverwarming/-ventilatie uit-
geschakeld. Wordt de motor binnen 10 minuten weer gestart, dan wordt de
bestuurdersstoelverwarming/-ventilatie overeenkomstig de instelling van voor
schuiven
» afb.
1
het uitschakelen van het contact automatisch weer ingeschakeld.
in
ATTENTIE
A
drukken.
3
Bij beperkte pijn- en/of temperatuurwaarneming, bijvoorbeeld door medi-
cijngebruik, door verlamming of door chronische ziekte (bv. diabetes), ra-
den wij aan geheel af te zien van het gebruik van de stoelverwarming. Als u
de stoelverwarming toch wilt gebruiken, adviseren wij bij langere ritten re-
gelmatig een pauze in te lassen, zodat het lichaam zich kan herstellen van
de belasting die tijdens het rijden ontstaat. Om uw concrete situatie te be-
oordelen wendt u zich tot uw behandelend arts.
VOORZICHTIG
De volgende aanwijzingen moeten in acht worden genomen om schade aan de
stoelen te vermijden.
Niet op de stoelen knielen en deze ook niet aan andere puntbelastingen
■
blootstellen.
De stoelverwarming niet bij stoelen inschakelen, die niet door personen be-
■
zet zijn.
De stoelverwarming niet inschakelen bij stoelen waarop voorwerpen (bv. een
■
kinderzitje, een tas) zijn neergelegd of bevestigd.
De stoelverwarming niet bij stoelen inschakelen, waarop zich beschermhoe-
■
zen bevinden.
» afb. 87