VOORZICHTIG
Slechtere zichtomstandigheden worden door een achter de voorruit in de hou-
der van de binnenspiegel bevestigde sensor geanalyseerd. De sensor niet af-
dekken - de systeemwerking kan worden beïnvloed.
Let op
De individuele instelling (activering/deactivering) van automatische aansturing
rijverlichting wordt (afhankelijk van het infotainmenttype) in het actieve ge-
bruikersaccount voor de personalisering opgeslagen
Ledkoplampen
Lees en bekijk eerst
op bladzijde 68.
De ledkoplampen (hierna systeem) zorgen op basis van de rijgegevens automa-
tisch voor de best mogelijke lichtbundel voor de wagen.
Het systeem werkt automatisch in de volgende modi: bebouwde kom, buiten-
weg, snelweg en mist. Voor de verlichting van het wegdek in bochten zorgt de
statische bochtenverlichting van de koplampen.
Het systeem blijft in werking zolang de lichtschakelaar in stand staat.
ATTENTIE
Bij een systeemstoring worden de koplampen automatisch in een nood-
stand gezet, die het eventueel verblinden van tegenliggers voorkomt. Daar-
om wordt de lichtbundel vóór de wagen verkort. De hulp van een specialist
inroepen.
Grootlichtassistent (Light Assist)
» pag.
52.
Afb. 55 Inbouwplaatsen van de sensor / systeem in-/uitschakelen
De grootlichtassistent (hierna systeem) schakelt het grootlicht automatisch in
of uit, aangepast aan de bestaande verkeers- (andere wagens) en omgevings-
omstandigheden (zoals rijden door een verlicht dorp).
Het in-/uitschakelen van het grootlicht wordt door een sensor gestuurd
55.
De activering/deactivering van het systeem vindt in het infotainment plaats in
het menu
Voorwaarden voor de systeemfunctie
In-/uitschakelen
›
Voor het inschakelen van het systeem de bedieningshendel tegen de veer-
druk in in de stand
controlelampje branden.
›
Voor het uitschakelen van het automatisch ingeschakelde grootlicht de be-
dieningshendel tegen de veerdruk in in de stand
controlelampje gaat uit.
›
Voor het handmatig inschakelen van het grootlicht de bedieningshendel te-
gen de veerdruk in in de stand
gaat uit.
Lees en bekijk eerst
op bladzijde 68.
→ → Licht → Light Assist.
Het systeem is geactiveerd.
De lichtschakelaar staat in stand .
De rijsnelheid ligt boven 60 km/h (voor enkele landen boven 40 km/h).
De voorruit is bij de sensor schoon.
drukken
» afb.
A
drukken
A
55, in het instrumentenpaneel gaat het
drukken
» afb.
55, het
B
» afb.
55, het controlelampje
Licht en zicht
» afb.
71