Controleren en bijvullen
Brandstof
Inleiding voor het onderwerp
Aan de binnenzijde van de tankklep staat de voor de wagen voorgeschreven
brandstof vermeld
» afb.
325.
De tankinhoud bedraagt bij wagens met voorwielaandrijving circa 58 liter, bij
wagens met 4-wielaandrijving circa 60 liter, waarvan 7 liter als reserve.
ATTENTIE
De brandstoffen resp. de brandstofdampen zijn explosief - levensgevaar!
VOORZICHTIG
De brandstoftank nooit helemaal leegrijden! Door de onregelmatige brand-
■
stoftoevoer kan de verbranding overslaan - gevaar voor beschadiging van de
motor en van het uitlaatsysteem.
Gemorste brandstof direct van de wagenlak verwijderen - gevaar voor lak-
■
schade.
Als de wagen in een ander land dan voorzien moet worden gebruikt, kunt u
■
contact opnemen met een ŠKODA Partner. Deze kan u vertellen of in het be-
treffende land de door de fabrikant voorgeschreven brandstof wordt aange-
boden resp. of het volgens de fabrikant is toegestaan, de wagen met andere
brandstof te gebruiken.
Afb. 325
Sticker met de voorgeschreven
brandstof
Benzine en diesel tanken
Afb. 326 Tankklep openklappen / tankdop eruit draaien / tankdop op de
tankklep steken
Lees en bekijk eerst
en
Tanken onder de volgende omstandigheden:
De wagen is ontgrendeld.
Het contact is uitgeschakeld.
De interieurvoorverwarming en -ventilatie is uitgeschakeld.
›
In pijlrichting
op de tankklep drukken en deze in pijlrichting
1
pen
» afb.
326.
›
De tankdop in pijlrichting
draaien.
3
›
De tankdop verwijderen en in pijlrichting
steken.
›
Het vulpistool tot de aanslag in de brandstofvulopening steken en tanken.
Als het vulpistool voor de eerste keer uitschakelt, is de brandstoftank vol. Het
tanken niet voortzetten.
Afb. 327
Brandstofvulopening bij wagens
met dieselmotor
op bladzijde 287.
2
in de uitsparing in de tankklep
4
Controleren en bijvullen
openklap-
287