Regeling weer herstellen
›
De regeling starten
» pag.
256, Regeling starten.
Let op
De regeling wordt eveneens onderbroken als het koppelingspedaal langer dan
30 s wordt ingetrapt of de ASR wordt gedeactiveerd.
Gewenste snelheid instellen/wijzigen
Lees en bekijk eerst
op bladzijde 254.
De gewenste snelheid wordt met de bedieningshendel ingesteld of gewijzigd
» afb. 306
op pag. 256.
Snelheid in sprongen van 10 km/h instellen/wijzigen () - Voorwaarden
De ACC is geactiveerd.
Snelheid in sprongen van 1 km/h verhogen / verlagen (/) - Voor-
waarden
De ACC is geactiveerd.
De wagen wordt geregeld.
Snelheid door het overnemen van de actuele snelheid wijzigen () - Voor-
waarden
De ACC is geactiveerd.
De wagen rijdt met een andere dan de opgeslagen snelheid.
Let op
Indien tijdens de regeling de snelheid door het intrappen van het gaspedaal
■
wordt verhoogd, wordt de regeling tijdelijk onderbroken. Na het loslaten van
het gaspedaal wordt de regeling automatisch weer hersteld.
Indien tijdens de regeling de snelheid door het intrappen van het rempedaal
■
wordt verlaagd, wordt de regeling onderbroken. De regeling moet opnieuw
worden gestart om deze weer te herstellen
Indien de wagen met een lagere dan de opgeslagen snelheid wordt geregeld,
■
dan wordt door de eerste keer drukken op de toets de actuele snelheid op-
geslagen, door opnieuw drukken op de toets wordt de snelheid in stappen
van 1 km/h verlaagd.
» pag.
256.
Afstandsniveau instellen
Lees en bekijk eerst
op bladzijde 254.
Het afstandsniveau ten opzichte van de voorligger kan met de hendel
306
op pag. 256 of in het infotainment
ment worden ingesteld.
Instelling met de hendel
›
De schakelaar tegen de veerdruk in stand of instellen
pag. 256.
Op het display van het instrumentenpaneel verschijnt de lijn
pag. 255, die de afstandsverschuiving weergeeft.
›
Met de schakelaar op de hendel de lijn
stellen.
Let op
Indien de afstand in het infotainment is gewijzigd, wordt de wijziging pas na
■
aansluitende activering van de ACC merkbaar.
Des te hoger de rijsnelheid, des te groter is de afstand ten opzichte van de
■
voorligger.
De individuele instelling van het afstandsniveau wordt (afhankelijk van het in-
■
fotainmenttype) in het actieve gebruikersaccount voor de personalisering op-
geslagen
» pag.
52.
Bijzondere rijsituaties
Afb. 307 In bochten / smalle of versprongen rijdende voertuigen
» afb.
» pag.
254, Instellingen in het infotain-
» afb. 306
» afb. 304
2
op de gewenste afstand in-
2
Hulpsystemen
op
op
257