VOORZICHTIG
De luchtroosters niet afdekken - de luchtverdeling kan worden gehinderd.
Extra verwarming (interieurvoorverwarming en -ventilatie)
Inleiding voor het onderwerp
De interieurvoorverwarming verwarmt het wageninterieur en de motor. Voor
de verwarming wordt brandstof uit de brandstoftank verbruikt.
De interieurvoorventilatie biedt de mogelijkheid om bij afgezette motor bui-
tenlucht naar het interieur te voeren, waardoor de temperatuur in het interieur
effectief wordt verlaagd (bijvoorbeeld als de wagen in de zon staat gepar-
keerd).
De extra verwarming (interieurvoorverwarming- en ventilatie) (hierna interi-
eurvoorverwarming) zorgt voor de verwarming/ventilatie afhankelijk van de in-
stelling van de airconditioning en de luchtroosters vóór het uitschakelen van
het contact.
ATTENTIE
De extra verwarming mag nooit in gesloten ruimtes (bijvoorbeeld gara-
■
ges) worden gebruikt - vergiftigingsgevaar!
De interieurvoorverwarming mag tijdens het tanken niet werken - brand-
■
gevaar.
De uitlaatpijp van de interieurvoorverwarming bevindt zich aan de onder-
■
zijde van de wagen. Bij gebruik van de interieurvoorverwarming de wagen
niet op plaatsen parkeren waar de uitlaatgassen met licht ontvlambare ma-
terialen, bijvoorbeeld droog gras, struikgewas, bladeren, gemorste brand-
stof en dergelijke, in contact kunnen komen - gevaar voor brand.
VOORZICHTIG
De luchtinlaat voor de voorruit moet vrij van bijvoorbeeld ijs, sneeuw en blade-
ren zijn, zodat de interieurvoorverwarming optimaal kan functioneren.
Let op
De interieurvoorverwarming schakelt de aanjager pas in, als de koelvloeistof-
■
temperatuur een waarde van circa 50 °C heeft bereikt.
In de motorruimte kan tijdens de werking van de interieurvoorverwarming
■
waterdamp worden gevormd.
118
Bediening
In-/uitschakelen
Afb. 152 Toets voor het in-/uitschakelen (Climatronic / handbediende
airconditioning)
Lees en bekijk eerst
en
Voorwaarden voor de werking van de interieurvoorverwarming.
De ladingstoestand van de accu is voldoende.
De brandstofvoorraad is voldoende (op het instrumentenpaneel brandt het
controlelampje
niet).
Handmatig in-/uitschakelen
▶
Met de toets op het bedieningselement van de airconditioning
▶
Met de toets (inschakelen) / (uitschakelen) op de afstandsbediening.
Automatisch in-/uitschakelen
▶
Via een ingestelde en geactiveerde inschakeltijd in het infotainment.
▶
Overeenkomstig de omgevingsomstandigheden.
Het uitschakelen van de interieurvoorverwarming gebeurt automatisch bij
brandstofgebrek (het controlelampje
den).
Na het uitschakelen werken de waterpomp en de interieurvoorverwarming
nog even door om de resterende brandstof in de verwarming te verbranden.
Automatisch in-/uitschakelen instellen
Climatronic: op de Climatronic de toets indrukken → de functietoets op
het infotainmentbeeldscherm aantippen. Er volgt de weergave van de laatst in-
gestelde werking met de optie, deze te veranderen.
Handbediende airconditioning: op het infotainment de toets
de functietoets aantippen.
op bladzijde 118.
in het instrumentenpaneel gaat bran-
indrukken →
» afb.
152.