In-/uitschakelen van de Climatronic
In-/uitschakelen van de temperatuursynchronisatie in het gehele in-
terieur overeenkomstig de temperatuurinstelling aan bestuurderszij-
de
a)
Vergrendeling/ontgrendeling van de temperatuurinstelling en van het
verwarmingsvermogen van de achterbankverwarming via de toetsen
achterin
a)
Instelling van de interieurvoorverwarming en -ventilatie
In-/uitschakelen van de voorruitverwarming
In-/uitschakelen van de stuurwielverwarming
Verdere instellingen van de Climatronic
a)
Bij ingeschakelde functie is het symbool in de functietoets oranje.
Verdere instellingen van de Climatronic
De toets op het Climatronic-bedieningsgedeelte indrukken → de functie-
toets op het infotainmentbeeldscherm aantippen.
Aircoprofiel - Instelling van het vermogen in de -functie (geldt voor het in-
■
fotainment Swing)
Automatische circulatie - In-/uitschakelen van de automatische circulatiefunctie
■
Koelvloeistofverwarmer automatisch - In-/uitschakelen van de snelle interieurver-
■
warming
Voorruitverwarming automatisch - Activering/deactivering van de automatische
■
voorruitverwarming
Climatronic - automatische regeling
Lees en bekijk eerst
op bladzijde 113.
De automatische regeling dient ertoe de temperatuur constant te houden en
de ruiten in het interieur te ontvochtigen.
›
Om in te schakelen de toets
›
Om uit te schakelen een willekeurige toets voor de luchtverdeling indrukken
of het aanjagertoerental wijzigen. De temperatuurregeling wordt echter
voortgezet.
Bij langer indrukken van de toets wordt automatisch ingeschakeld.
116
Bediening
a)
» afb. 146
op pag. 114 indrukken.
Functies
De automatische regeling werkt in drie functies - zwak, middel, intensief. De
instelling van de afzonderlijke functies vindt plaats via de functietoets
148
op pag. 115 resp.
» afb. 149
op pag. 115.
Na het inschakelen van de automatische regeling werkt de Climatronic in de
laatst geselecteerde functie. De actueel geselecteerde functie wordt op het
infotainmentbeeldscherm weergegeven.
Circulatiefunctie
Lees en bekijk eerst
op bladzijde 113.
In de circulatiefunctie wordt voorkomen dat verontreinigde buitenlucht in het
interieur van de wagen komt. In de circulatiefunctie wordt de lucht uit het in-
terieur aangezogen en weer in het interieur geleid.
›
Om in te schakelen de toets indrukken. Het controlelampje onder de
toets gaat branden.
›
Om uit te schakelen de toets opnieuw indrukken. Het controlelampje on-
der de toets gaat uit.
Verwarming en handmatige airconditioning
Als bij ingeschakelde circulatiefunctie de luchtverdeelregelaar in de stand
wordt gezet, dan wordt de circulatiefunctie uitgeschakeld. Door opnieuw op
toets te drukken, kan ook in deze stand de circulatiefunctie weer worden
ingeschakeld.
Wordt bij ingeschakelde koeling (toets ) de temperatuurregelaar linksom
"gedraaid", dan wordt de circulatiefunctie ingeschakeld.
Climatronic
De Climatronic kan over een sensor beschikken, die bij verhoogde concentra-
ties schadelijke stoffen in de aangezogen lucht de circulatiefunctie automa-
tisch inschakelt.
Als de concentratie schadelijke stoffen tot het normale niveau daalt, wordt au-
tomatisch de circulatiefunctie uitgeschakeld.
Het automatisch in-/uitschakelen van de circulatiefunctie kan door het indruk-
ken van de toets op de Climatronic en door het aansluitend aantippen van
de functietoetsen → Automatische circulatie in het infotainmentbeeldscherm
worden ingesteld. Het automatisch in-/uitschakelen functioneert bij een tem-
peratuur hoger dan 2 °C.
» afb.
D