Standen van de variabele bagageruimtevloer
Afb. 140 Instellingsmogelijkheden van de variabele bagageruimtevloer
De platen van de variabele bagageruimtevloer kunnen in de volgende standen
worden ingesteld
» afb.
140.
Beide platen in de bovenste stand
De voorste plaat in de bovenste stand, de achterste plaat in de onderste
stand
De voorste plaat in de onderste stand, de achterste plaat in de bovenste
stand
Beide platen in de onderste stand
De maximaal toelaatbare belasting van de achterste plaat in de bovenste stand
» afb. 140
- bedraagt 25 kg. Voor het transport van zware voorwerpen moet
de plaat in de onderste stand worden gezet.
De maximaal toelaatbare belasting van beide platen tegelijkertijd in de boven-
ste stand bij de vijfzitter-uitvoering
transport van zware voorwerpen moeten de platen in de onderste stand wor-
den gezet.
» afb. 140
- bedraagt 75 kg. Voor het
Bagageruimte indelen
Afb. 141 Bagageruimte indelen
›
Voor het indelen van de bagageruimte de achterste plaat van de variabele
bagageruimtevloer bij greep
A
achter de geleidenokken
in pijlrichting
B
In de groeven is de variabele bagageruimtevloer tegen beweging geborgd.
Variabele bagageruimtevloer omhoogklappen / omlaagklappen
Afb. 142 Voorste plaat omhoogklappen
›
Voor het omhoogklappen van de voorste plaat deze bij greep
ting
optillen. De plaat wordt in de groeven achter de geleidenokken
1
geschoven
» afb.
142.
›
Voor het omlaagklappen de plaat naar boven verschuiven, zodat deze uit de
groeven loskomt. De plaat vervolgens naar beneden leggen.
in pijlrichting
optillen en in de groeven
1
schuiven
» afb.
141.
2
A
Vervoeren van lading
in pijlrich-
B
111