De aanhangwagen is aangesloten op het stopcontact voor de aanhangwa-
gen.
De aanhangwagen wijkt niet te ver uit.
Bepaling van de dissellengte
Om de bestuurder de grootsmogelijke instelhoek m.b.t. de doelpositie van de
aanhangwagen beschikbaar te stellen, moet het systeem de dissellengte ken-
nen.
Voor het bepalen van de dissellengte moet met aangekoppelde aanhangwagen
een paar keer worden afgeslagen of door bochten worden gereden.
De manoeuvreerhoek wordt op het display
249.
Activering/deactivering
Lees en bekijk eerst
en
Het systeem wordt geactiveerd door de achteruitversnelling in te schakelen
en de toets in te drukken
» afb. 294
Bij een geactiveerd systeem brandt in de toets het symbool .
De deactivering van het systeem vindt plaats door het indrukken van de toets
(het symbool
in de toets gaat uit).
Aanhangwagen manoeuvreren
Afb. 295 Display van het instrumentenpaneel: Aanhangwagen manoeu-
vreren
weergegeven
» afb. 295
5
op bladzijde 248.
op pag. 248.
Lees en bekijk eerst
Aanhangwagen manoeuvreren
›
De achteruitversnelling inschakelen resp. de keuzehendel in stand R zetten.
›
Controleer of de combinatie stilstaat.
›
Het stuurwiel loslaten en de toets indrukken.
Het sturen wordt door het systeem overgenomen.
Op het display wordt het symbool van de stelknop voor de buitenspiegels
weergegeven
» afb. 295
›
De stelknop voor de buitenspiegels
op pag.
rechts kantelen overeenkomstig de gewenste rijrichting van de aanhangwa-
gen.
Op het display wordt het silhouet van de achterzijde van de wagen met de aan-
hangwagen in bovenaanzicht weergegeven
De werkelijke positie van de aanhangwagen wordt door het het silhouet
weergegeven.
De doelpositie van de aanhangwagen wordt door de contour
›
De stelknop voor de buitenspiegels kantelen om de contour
sitie in te stellen.
›
Op de directe omgeving van de wagen letten en voorzichtig achteruitrijden.
De ingestelde knikhoek kan tijdens het achteruitrijden verder gecorrigeerd
worden door de stelknop voor de buitenspiegels te kantelen.
›
De combinatie in de gewenste positie tot stilstand brengen.
Indien een vooruitversnelling wordt ingeschakeld resp. de modus D/S wordt
ingesteld, dan wordt het systeem gedeactiveerd.
Voor het uitrichten van de combinatie (aanhangwagen en wagen in een lijn) de
stelknop voor de buitenspiegels in pijlrichting
hangwagencontour
›
Voorzichtig achteruit- en vooruitrijden tot de gewenste positie van de com-
binatie is bereikt.
Let op
Gedurende de tijd dat het systeem actief is, kunnen de buitenspiegels niet
worden ingesteld.
en
op bladzijde 248.
- .
» pag.
80, Buitenspiegel naar links of
» afb. 295
kantelen
1
draait in stand
.
3
4
- .
2
weergegeven.
3
in de doelpo-
3
» afb.
295. De aan-
249
Hulpsystemen