›
®
Na het bijvullen van AdBlue
de dop op de vulpijp steken en tegen de pijlrich-
ting in
draaien, totdat de dop goed is vergrendeld.
3
›
De tankklep sluiten tot deze correct vergrendelt.
Vóór het verder rijden alleen het contact 30 seconden inschakelen, zodat het
systeem tijd heeft te herkennen dat is bijgevuld. Pas dan de motor starten.
Motorruimte
Inleiding voor het onderwerp
ATTENTIE
De motor nooit met extra dempingsmateriaal (bijvoorbeeld een deken) af-
dekken - brandgevaar!
ATTENTIE
Bij werkzaamheden in de motorruimte de hierna vermelde aanwijzingen op-
volgen - gevaar voor verwondingen of brand. De motorruimte van de wa-
gen is een gevaarlijk gebied!
ATTENTIE
Aanwijzingen voordat er wordt begonnen met werkzaamheden in de
motorruimte
De motor afzetten en de sleutel uit het contact trekken, bij wagens met
■
het systeem KESSY het bestuurdersportier openen.
De parkeerrem inschakelen.
■
Bij wagens met schakelbak de versnellingshendel in de neutraalstand
■
plaatsen. Bij wagens met automatische versnellingsbak de keuzehendel in
stand P plaatsen.
De motor laten afkoelen.
■
De motorkap nooit openen als er stoom of koelvloeistof uit de motor-
■
ruimte komt - gevaar voor verbranding! Wachten totdat er geen stoom of
koelvloeistof meer naar buiten komt.
ATTENTIE
Aanwijzingen voor werkzaamheden in de motorruimte
Alle personen weghouden bij de motorruimte.
■
ATTENTIE (vervolg)
Geen hete motoronderdelen aanraken - gevaar voor verbranding!
■
Nooit in de koelluchtventilator grijpen. De koelluchtventilator kan zich tot
■
ongeveer tien minuten na uitschakeling van het contact plotseling inscha-
kelen!
Niet roken in de omgeving van de motor en geen open vuur of ontste-
■
kingsbronnen gebruiken.
Geen voorwerpen (bijvoorbeeld poetsdoeken of gereedschap) in de mo-
■
torruimte laten liggen. Er bestaat gevaar voor brand en motorschade.
De informatie en waarschuwingen op de verpakkingen van bedrijfsvloei-
■
stoffen lezen en opvolgen.
ATTENTIE
Aanwijzingen voor werkzaamheden in de motorruimte bij draaiende mo-
tor
Als in de motorruimte bij draaiende motor moet worden gewerkt, dan op
■
draaiende motoronderdelen en elektrische installaties letten - levensge-
vaarlijk!
Nooit de elektrische bedrading van het ontstekingssysteem aanraken.
■
Kortsluiting in de elektrische installatie voorkomen, vooral bij de accu.
■
VOORZICHTIG
Alleen bedrijfsvloeistoffen met de juiste specificaties bijvullen - gevaar voor
beschadiging van de wagen!
Let op
Bedrijfsvloeistoffen met de juiste specificatie kunnen uit het originele
■
ŠKODA accessoireprogramma resp. uit het originele ŠKODA onderdelenpro-
gramma worden besteld.
Wij adviseren de bedrijfsvloeistoffen door een specialist te laten verversen.
■
291
Controleren en bijvullen