Storingen
Lees en bekijk eerst
en
Is het systeem om een onbekende reden niet beschikbaar, dan wordt op het
display in het instrumentenpaneel een overeenkomstige melding weergege-
ven:
Sensor afgedekt/verontreinigd
Als de sensorafdekking resp. de sensor is afgedekt of verontreinigd, verschijnt
er een melding dat er geen sensorzicht is. De sensorafdekking schoonmaken
resp. het obstakel verwijderen
» afb. 264
Verschijnt deze melding in de winter, kan sneeuw op de sensor onder de af-
dekking de oorzaak zijn. Het systeem werkt weer, nadat de sneeuw op de sen-
sor is weggedooid.
Systeem niet beschikbaar
Is het systeem niet beschikbaar, dan verschijnt er een melding over de onbe-
schikbaarheid. De wagen stoppen, de motor afzetten en weer starten. Is het
systeem dan nog steeds niet beschikbaar, de hulp van een specialist inroepen.
Keuze van de rijmodus (Driving Mode Selection)
Inleiding voor het onderwerp
Door het selecteren van de rijmodus kan het rijgedrag aan de gewenste rijstijl
worden aangepast.
De volgende modi zijn beschikbaar Eco, Comfort, Normal, Sport, Individual en Snow.
De modus Comfort is alleen bij wagens met de dynamische onderstelregeling
(DCC) beschikbaar.
ATTENTIE
De algemene aanwijzingen m.b.t. het gebruik van de hulpsystemen dienen
in acht te worden genomen
» pag. 224,
werp.
262
Rijden
op bladzijde 259.
op pag. 224.
in alinea Inleiding voor het onder-
Dynamische onderstelregeling (DCC)
Lees en bekijk eerst
op bladzijde 262.
De dynamische onderstelregeling (hierna DCC) biedt de mogelijkheid om de
schokdemperkarakteristiek voor een sportieve, normale of comfortabele rijstijl
in te stellen, door de betreffende rijmodus te kiezen.
De DCC analyseert tijdens het rijden continu het stuurgedrag en de wegde-
komstandigheden en past de onderstelregeling overeenkomstig de gekozen
rijmodus aan.
Modus Eco
Lees en bekijk eerst
op bladzijde 262.
De modus is geschikt voor een rustige rijstijl en helpt bij het verminderen van
het brandstofverbruik.
De keuze van deze modus heeft met name betrekking op de werking van de
volgende systemen.
Aandrijving
De acceleratie van de wagen verloopt rustiger dan in de modus Normal.
Het schakeladvies wordt zodanig geregeld, dat een zo laag mogelijk brandstof-
verbruik wordt gerealiseerd
» pag.
Indien het start-stopsysteem handmatig is gedeactiveerd
ze automatisch geactiveerd.
De automatische versnellingsbak wordt automatisch in de modus E gezet
» pag.
219.
Automatische afstandsregeling (ACC)
De acceleratie van de wagen vindt bij de afstandsregeling rustiger plaats dan in
de modus Normal
» pag.
254.
Ledkoplampen
De wagen zit in de bespaarmodus
stelling en passen zich niet aan aan de rijrichting.
Airconditioning (Climatronic)
De airconditioning wordt zodanig geregeld om energie te sparen. Om deze re-
den kan bijvoorbeeld de gewenste interieurtemperatuur later dan in de modus
Normal worden bereikt.
46.
» pag.
214, wordt de-
» pag.
71. De koplampen staan in de basisaf-