Wagencompo-
Probleem
nent
Verontreiniging
Camera voor, zij-
delings, achteruit-
rijcamera
Sneeuw/ijs
Portierslotcilin-
Sneeuw/ijs
ders
Ruitenwissers /
Verontreiniging ruitenreiniger, spons of doek
wisserbladen
Wielen
Verontreiniging
a)
Milde zeepoplossing = 2 eetlepels neutrale zeep op 1 liter lauwwarm water.
De krik is onderhoudsvrij. Indien noodzakelijk dienen de beweegbare onderde-
len van de krik met een geschikt smeervet te worden gesmeerd.
De trekhaak is onderhoudsvrij. De kogelkop van de trekhaak zo nodig met een
geschikt smeervet behandelen.
Conservering van de holle ruimtes
Alle aan corrosie blootgestelde holle ruimtes van de wagen zijn af fabriek reeds
voorzien van conserveringswas die permanente bescherming biedt.
Als bij hoge temperaturen een beetje was uit de holle ruimtes stroomt, kan dit
met een kunststof spatel worden verwijderd en de vlek met wasbenzine wor-
den gereinigd.
Bodembeschermingslaag
De onderzijde van de wagen is tegen chemische en mechanische invloeden be-
schermd.
Wij adviseren de beschermlaag - het beste voor begin en na afloop van het
koude jaargetijde - te laten controleren.
Levensduur van de folie
Milieu-invloeden (bv. zonnestraling), vocht, luchtvervuiling, steenslag) hebben
een negatief effect op de levensduur van de folie. De folie veroudert en wordt
poreus. Dit is volledig normaal en is geen defect.
De zonnestraling kan eveneens de sterkte van de kleur van de folie beïnvloe-
den.
284
Raadgevingen voor het gebruik
Oplossing
met schoon water wassen en met zach-
te doek drogen
handveger / daarvoor bedoeld ont-
dooiingsmiddel
daarvoor bedoeld ontdooiingsmiddel
schoon water, dan met daarvoor be-
doelde middelen conserveren
Bij het transport van lading op de dakdragers (bv. dakbox) bestaat een ver-
hoogd gevaar voor beschadiging van de folie.
VOORZICHTIG
Wagenlak
■
Beschadigingen zo spoedig mogelijk laten herstellen.
■
Mat gelakte delen niet met polijstmiddelen noch met vaste was behande-
■
len.
Niet in een stoffige omgeving polijsten - gevaar voor krassen in de lak.
■
Geen lakverzorgingsmiddelen op portierrubbers en ruitgeleidingen aan-
■
brengen.
Kunststof delen
■
Geen lakonderhoudsmiddelen gebruiken.
■
Verchroomde en geëloxeerde delen
■
Niet in een stoffige omgeving polijsten - gevaar voor krassen in het opper-
■
vlak.
Folies
■
De volgende aanwijzingen in acht nemen, anders bestaat gevaar voor bescha-
diging van de folies:
Voor het schoonmaken geen vuile doeken of sponzen gebruiken.
■
Voor het verwijderen van ijs en sneeuw geen ijskrabbers of soortgelijke
■
middelen gebruiken.
De folies niet polijsten
■
De folies niet met een hogedrukreiniger wassen.
■
Rubber afdichtingen
■
De portierrubbers en ruitgeleidingen niet met onderhoudsmiddelen behan-
■
delen - de beschermende laklaag zou kunnen worden aangetast.
Ruiten en buitenspiegelglazen
■
De binnenzijde van de ruiten niet met scherpe voorwerpen reinigen - ge-
■
vaar voor beschadiging van de verwarmingsdraden of de ruitantenne.
Geen poetsdoek gebruiken, die voor het polijsten van de carrosserie is ge-
■
bruikt - deze kan de ruiten vuil maken en het zicht verslechteren.
Koplampen/lampen
■
De koplampen/lampen niet droog schoonvegen, geen scherpe voorwerpen
■
gebruiken - gevaar voor beschadiging van de beschermende lak en krassen
op de lampglazen.