›
De wielbouten losdraaien
» pag. 307
›
De wagen zo ver opkrikken
» pag. 308
niet meer raakt.
›
De wielbouten verwijderen en op een schone ondergrond leggen (doek, pa-
pier enzovoort).
›
Het defecte wiel voorzichtig losnemen.
›
Het (nood)reservewiel aanbrengen en de wielbouten handvast aandraaien.
›
De wagen laten zakken.
›
Met de wielsleutel afwisselend de tegenover elkaar liggende wielbouten
("kruiselings") vastzetten
» pag.
›
De wieldop
» pag. 306
resp. de afdekkappen
Bij de montage van een wiel met draairichtinggebonden banden op de draai-
richting letten
» pag.
299.
Alle wielbouten moeten schoon en goed gangbaar zijn. Gecorrodeerde en
zwaar draaiende bouten moeten worden vernieuwd.
ATTENTIE
De wielbouten slechts iets losdraaien (circa een omwenteling), zolang de
■
wagen niet met de krik is opgekrikt. Anders kan het wiel loskomen en eraf
vallen - gevaar voor ongevallen.
In geen geval mogen de bouten worden ingevet of ingeolied - gevaar voor
■
ongevallen.
Afsluitende werkzaamheden
Na het wisselen van een wiel moeten de volgende werkzaamheden worden
uitgevoerd.
›
Het omgewisselde wiel in de kuip onder de bodembekleding in de bagage-
ruimte opbergen en met een borgbout bevestigen.
›
Het wagengereedschap op de hiervoor bedoelde plaats opbergen en met de
riem bevestigen.
›
De bandenspanning van het gemonteerde wiel controleren en zo nodig aan-
passen, bij wagens met bandenspanningscontrole de bandenspanningswaar-
den in het systeem opslaan
» pag.
›
Het aantrekmoment van de wielbouten zo snel mogelijk laten controleren.
Het voorgeschreven aantrekmoment bedraagt 140 Nm.
De beschadigde banden vervangen. Een bandenreparatie wordt afgeraden.
»
.
dat het te verwisselen wiel de bodem
307.
» pag. 307
weer aanbrengen.
271.
ATTENTIE
Een te hoog aantrekmoment kan de wielbouten en de schroefdraad be-
schadigen en kan leiden tot een blijvende vervorming van de draagvlakken
op de velgen. Bij een te laag aantrekmoment kunnen de wielen tijdens het
rijden loskomen - gevaar voor ongevallen. Tot het controleren van het aan-
trekmoment voorzichtig en slechts met matige snelheid rijden.
(Nood-)reservewiel verwijderen/opbergen
Het wiel ligt in een uitsparing onder de bodembekleding of de variabele baga-
geruimtevloer in de bagageruimte en is bevestigd met een borgmoer.
Wiel verwijderen
›
De rugleuningen van de derde zitrij naar voren klappen (geldt voor de zeven-
zitter-uitvoering)
»
.
›
De bodembekleding optillen resp. de variabele bagageruimtevloer eruitne-
men en de bodembekleding omhoogklappen.
›
Gelijktijdig aan de beide ontgrendelingslussen van de derde zitrij trekken en
de stoelen optillen (geldt voor de zevenzitter-uitvoering).
›
De bevestigingsband losmaken en de box met het wagengereedschap ver-
wijderen.
›
De borgmoer in pijlrichting eruit draaien
Wiel opbergen
›
Het wiel met de buitenzijde naar onder in de reservewielkuip leggen.
›
De bevestigingsriem door de tegenoverliggende openingen in de velg trek-
ken.
›
De borgmoer tegen de pijlrichting in tot de aanslag erin schroeven
›
De box met het wagengereedschap in het wiel aanbrengen en met de band
vastzetten.
Nooduitrusting en tips om het zelf te doen
Afb. 342
Wiel verwijderen
» afb. 342
en het wiel verwijderen.
» afb.
342.
305