›
In dit geval het stuurwiel zo draaien dat de gele lijnen
samenvallen.
›
Voorzichtig achteruitrijden, tot op het beeldscherm
ne lijn
met de zijdelingse begrenzing (bv. stoeprand) van parkeerruimte
7
samenvalt.
›
De wagen stoppen en zo lang tegengesteld draaien tot de gele lijnen
de rode lijn
(vereiste rijbaanrichting) samenvallen. Het stuurwiel in deze
8
stand houden.
Op het beeldscherm wordt oriëntatielijnen weergegeven
238.
›
Voorzichtig achteruitrijden.
›
De wagen stoppen, als op het beeldscherm
afstand tot het obstakel.
Let op
De geleiding in de parkeerruimte wordt systeemmatig afgebroken als het
stuurwiel gedurende een langere tijd tegengesteld aan de vereiste rijbaan ge-
draaid staat. De inparkeermanoeuvre moet opnieuw worden gestart.
Modus - naderen van een aanhangwagen/afstandscontrole
Lees en bekijk eerst
en
In deze modus wordt op het beeldscherm het gebied achter de wagen, van bo-
venaf getoond.
Wagens met trekhaak
Is de wagen af fabriek van een trekhaak voorzien, ondersteunt deze modus de
bestuurder bij het naderen door de wagen van een aanhangwagendissel.
240
Rijden
en de rode lijn
6
verschijnt of de groe-
» afb. 280
verschijnt, resp. op een veilige
Afb. 283
Schermweergave
op bladzijde 236.
Schermweergave
8
Kogelkop van trekhaak
A
Lijnen voor afstandsschatting (tussenafstand ongeveer 10 cm)
B
2
Lijn voor het naderen van een aanhangwagendissel
C
Aanhangwagendissel
D
met
6
De lijn
beweegt afhankelijk van de stuurinslag en toont de rijbaan die de
C
wagen met de actuele stuurstand zal gaan rijden.
op pag.
Wagens zonder trekhaak
Is de wagen af fabriek niet voorzien van een trekhaak, dan verschijnt op het
beeldscherm op een afstand van ongeveer 40 cm achter de wagen een rode
lijn voor het controleren van de afstand tot obstakels.
Modus - controle van het gebied achter de wagen
Lees en bekijk eerst
In deze modus wordt op het beeldscherm het gebied achter de wagen in de
beeldschermweergave getoond.
De modus is geschikt voor het totaaloverzicht van de situatie achter de wagen.
Omgevingsweergave (Area View)
Inleiding voor het onderwerp
De omgevingsweergave (hierna systeem) ondersteunt de bestuurder bij het in-
parkeren en manoeuvreren door op het infotainmentbeeldscherm (hierna
beeldscherm) het gebied rondom de wagen te tonen.
De omgeving van de wagen wordt door vier camera's geregistreerd
op pag. 241.
Het systeem werkt samen met het parkeerhulpsysteem. De beide systemen
worden gelijktijdig op het beeldscherm weergegeven.
Om deze reden moet ook het hoofdstuk over de parkeerhulp zorgvuldig
worden gelezen en de daarin vermelde veiligheidsaanwijzingen worden op-
gevolgd.
» afb. 283
en
op bladzijde 236.
» afb. 284