Stuurwieltrillingen
In de volgende situaties kan het voorkomen dat het systeem door stuurwiel-
trillingen erop wijst, dat een stuuringreep door de bestuurder nodig is.
▶
Het systeem is niet in staat om de wagen door een stuuringreep binnen de
rijstrook te houden.
▶
Tijdens een intensieve systeembepaalde stuuringreep kan het systeem de
begrenzingslijnen plotseling niet herkennen.
ATTENTIE
De systeemfunctie kan beperkt zijn, indien bijvoorbeeld in spoorvorming,
op een aflopend wegdek of bij zijwind wordt gereden.
Activering/deactivering
Lees en bekijk eerst
en
De activering resp. deactivering van het systeem kan op een van de volgende
manieren plaatsvinden:
▶
Op het display van het instrumentenpaneel
In het infotainment
» pag.
265, Instellingen in het infotainment.
▶
In het infotainment kan ook de adaptieve rijstrookgeleiding worden geacti-
veerd resp. gedeactiveerd.
Na het uit- en inschakelen van het contact blijft de systeeminstelling behou-
den.
Let op
De instelling van het systeem wordt (afhankelijk van het infotainmenttype) in
het actieve gebruikersaccount voor de personalisering opgeslagen
Storingen
Lees en bekijk eerst
en
Is het systeem om een onbekende reden niet beschikbaar, dan wordt op het
display in het instrumentenpaneel een overeenkomstige melding weergege-
ven:
op bladzijde 265.
» pag.
51, Menupunt Hulpsystemen.
op bladzijde 265.
Sensor afgedekt / verontreinigd
Als de voorruit bij de sensor verontreinigd, bevroren of beslagen is, verschijnt
er een melding dat er geen sensorzicht is. De voorruit schoonmaken resp. het
obstakel uit het sensorbereik verwijderen.
Systeem niet beschikbaar
Is het systeem niet beschikbaar, dan verschijnt er een melding over de onbe-
schikbaarheid. Probeer het systeem opnieuw te activeren. Is het systeem dan
nog steeds niet beschikbaar, de hulp van een specialist inroepen.
Systeemstoring
Bij een systeemstoring verschijnt een storingmelding. De hulp van een specia-
list inroepen.
Oproep het stuur over te nemen
Heeft het systeem herkend, dat er geen handen op het stuurwiel liggen, dan
kan het niet correct werken. Er verschijnt een oproep om het stuur over te ne-
men. De handen op het stuurwiel leggen.
Filehulp
Inleiding voor het onderwerp
ATTENTIE
De algemene aanwijzingen m.b.t. het gebruik van de hulpsystemen dienen
■
in acht te worden genomen
werp.
De bestuurder moet de handen altijd aan het stuurwiel houden en gereed
■
zijn om de besturing van de wagen zelf over te nemen (accelereren of rem-
» pag.
52.
men).
Let op
Het systeem is met name bedoeld voor gebruik op snelwegen.
Werking
Lees en bekijk eerst
De filehulp (hierna systeem) helpt bij snelheden onder 65 km/h, de wagen bin-
nen de rijstrook te houden en tegelijk de afstand tot de voorligger aan te hou-
den.
» pag. 224,
in alinea Inleiding voor het onder-
op bladzijde 267.
Hulpsystemen
267