›
Het vulpistool uit de brandstofvulopening nemen en weer op de pomp aan-
brengen.
›
De tankdop op de brandstofvulopening plaatsen en tegen de pijlrichting in
draaien tot deze vastklikt.
›
De tankklep sluiten tot deze correct vergrendelt.
Beveiliging tegen tanken van verkeerde brandstof bij wagens met
dieselmotor
De brandstofvulopening bij wagens met dieselmotor kan worden uitgerust
met een beveiliging tegen tanken van verkeerde brandstof
Als het dieselvulpistool niet gemakkelijk in de brandstofvulopening kan worden
geschoven, moet deze met lichte druk heen en weer worden bewogen tot het
vulpistool correct naar binnen schuift.
De diameter van het dieselvulpistool kan in enkele landen identiek zijn aan het
benzinevulpistool. In deze landen dient de beveiliging tegen tanken van ver-
keerde brandstof door een specialist te worden uitgebouwd.
Loodvrije benzine
Lees en bekijk eerst
en
Aan de binnenzijde van de tankklep staat de voor de wagen voorgeschreven
brandstof vermeld
» afb. 325
op pag. 287.
De wagen kan alleen met loodvrije benzine worden gebruikt, die aan de norm
EN 228
voldoet en maximaal 10% bioethanol (E10) bevat.
1)
Voorgeschreven benzine 95/min. 92 resp. 93 RON
Wij adviseren benzine 95 RON te gebruiken.
Optioneel kan ook benzine 92 resp. 93 RON worden getankt (gering vermo-
gensverlies, licht verhoogd brandstofverbruik).
In noodgevallen kan ook benzine 91 RON worden gebruikt (gering vermogens-
verlies, licht verhoogd brandstofverbruik)
Voorgeschreven benzine min. 95 RON
Alleen benzine tanken van min. 95 RON.
1)
In Duitsland ook DIN 51626-1 resp. E10 voor loodvrije benzine met octaangetal 95 en 91 of DIN 51626-2
resp. E5 voor loodvrije benzine met octaangetal 95 en 98.
288
Raadgevingen voor het gebruik
» afb.
327.
op bladzijde 287.
»
.
In noodgevallen kan ook benzine 91, 92 resp. 93 RON worden gebruikt (gering
vermogensverlies, licht verhoogd brandstofverbruik)
3
Voorgeschreven benzine 98/(95) RON
Wij adviseren benzine 98 RON te gebruiken.
Optioneel kan ook benzine 95 RON worden getankt (gering vermogensverlies,
licht verhoogd brandstofverbruik).
In noodgevallen kan ook benzine 91, 92 resp. 93 RON worden gebruikt (gering
vermogensverlies, licht verhoogd brandstofverbruik)
VOORZICHTIG
De volgende aanwijzingen in acht nemen, anders bestaat gevaar voor motor-
schade en beschadiging van het uitlaatsysteem:
Wanneer benzine met een lager dan het voorgeschreven octaangetal wordt
■
gebruikt, dan de rit alleen met gemiddelde toerentallen en minimale motorbe-
lasting voortzetten. Zo snel mogelijk weer benzine met het voorgeschreven
octaangetal tanken.
Benzine met een lager octaangetal dan 91 mag zelfs in noodgevallen niet
■
worden gebruikt!
Als u per ongeluk een andere brandstof dan loodvrije benzine volgens boven-
■
genoemde normen (bv. gelode benzine) hebt getankt, de motor niet starten of
het contact inschakelen.
VOORZICHTIG
Benzinetoevoegingen (additieven)
Loodvrije benzine conform de norm EN 228
■
voor een probleemloos draaien van de motor. Daarom adviseren wij geen toe-
voegingen (additieven) aan de benzine toe te voegen - anders bestaat gevaar
voor motorschade en beschadiging van het uitlaatsysteem.
De volgende additieven en toevoegingen mogen niet worden gebruikt -
■
anders bestaat gevaar voor motorschade en beschadiging van het uitlaat-
systeem!
Metaalhoudende additieven (metallische additieven), met name mangaan-
■
en ijzerhoudend.
Metaalhoudende brandstoffen (bv. LRP - lead replacement petrol).
■
»
.
»
.
voldoet aan alle voorwaarden
1)