i
Na het openen van het schuifdak sluit het
zonnescherm automatisch een stukje.
Daardoor wordt tocht in het interieur
tegengegaan.
i
Als het schuifdak aan de achterzijde
omhooggekanteld is, wordt het bij hogere
snelheden automatisch iets minder ver
geopend. Daardoor wordt de geluidspro-
ductie in het interieur verlaagd.
Bij lage snelheden wordt het automatisch
weer verder geopend.
i
Het schuifdak kan nog worden bediend
als de motor wordt afgezet en de sleutel uit
het contactslot wordt verwijderd. Deze
functie is vijf minuten beschikbaar of totdat
er een voorportier wordt geopend.
i
Het schuifdak kan niet worden geopend
als een dakdrager is gemonteerd. Om het
interieur te ventileren, kan schuifdak het
nog steeds omhoog worden gebracht.
Bij contact met een door Mercedes-Benz
goedgekeurde dakdrager zakt het schuif-
dak iets, maar blijft aan de achterzijde in de
kantelstand staan.
Sluiten bij regen als de auto is gepar-
keerd
Het sluiten bij regen is alleen bij auto's met
regensensor mogelijk.
Als de sleutel in het contactslot in stand 0
staat of verwijderd is, wordt het panorama-
schuifdak automatisch gesloten:
als het gaat regenen
R
bij extreme buitentemperaturen
R
na zes uur
R
bij storingen in de spanningsvoorziening.
R
Het schuifdak blijft aan de achterzijde
omhooggekanteld, om het interieur te venti-
leren.
i
Als het schuifdak met de functie "sluiten
bij regen" wordt gesloten en daarbij wordt
geblokkeerd, wordt het weer iets geopend.
Panoramaschuifdak
Daarna is de functie "sluiten bij regen"
gedeactiveerd.
Het schuifdak wordt niet gesloten als:
het achteraan omhooggekanteld is
R
het geblokkeerd is
R
het niet op het sensorvlak van de regen-
R
sensor in de voorruit regent (bijvoorbeeld
als de auto onder een brug staat).
Sluiten bij regen als de auto rijdt
Als het gaat regenen, wordt het gekantelde
schuifdak tijdens het rijden automatisch
omlaaggebracht. Het omlaagbrengen
gebeurt afhankelijk van:
de rijsnelheid en
R
de intensiteit van de regen.
R
De automatische sluitprocedure kan hand-
matig worden afgebroken. Daartoe de toets
3 in een willekeurige richting drukken of
trekken.
Om het schuifdak weer omhoog te brengen,
de toets 3 in de richting : drukken. De
functie "sluiten bij regen" blijft actief.
Zonneschermen van het schuifdak
bedienen
Belangrijke veiligheidsvoorschriften
G
WAARSCHUWING
Bij het openen of sluiten kunnen lichaamsde-
len tussen het zonnescherm en de omlijsting
of het schuifdak bekneld raken. Er bestaat
gevaar voor letsel!
Bij het openen of sluiten controleren, of zich
geen lichaamsdelen in het bewegingsgebied
van het zonnescherm bevinden.
Wanneer iemand bekneld raakt:
direct de toets loslaten of
R
tijdens de automatische beweging de toets
R
kort in een willekeurige richting drukken.
Het openen of sluiten wordt gestopt.
93
Z