Overzicht temperatuurregelsystemen
128
Wetenswaardigheden
i
Deze handleiding beschrijft alle modellen
en standaard- en speciale uitrustingen van
de auto die op het tijdstip van de redactie-
sluiting van deze handleiding verkrijgbaar
waren. Landspecifieke afwijkingen zijn ook
mogelijk. In acht nemen dat de auto niet
met alle beschreven functies kan zijn uit-
gerust. Dit betreft ook veiligheidsrelevante
systemen en functies.
i
De informatie over gekwalificeerde werk-
plaatsen lezen (
Overzicht temperatuurregelsyste-
men
Belangrijke veiligheidsvoorschriften
De op de volgende pagina's aanbevolen
instellingen aanhouden. Anders kunnen de
ruiten beslaan.
Om te voorkomen dat de ruiten beslaan:
de temperatuurregeling slechts kortston-
R
dig uitschakelen
de luchtrecirculatie slechts kortstondig
R
inschakelen
de functie "Koeling met luchtdroging"
R
inschakelen
eventueel de functie "Voorruit ontwase-
R
men" kortstondig inschakelen.
De automatische airconditioning THERMATIC
resp. automatische temperatuurregeling
THERMOTRONIC regelt de temperatuur en
luchtvochtigheid in het interieur en filtert
ongewenste stoffen uit de lucht.
De automatische airconditioning THERMATIC
resp. automatische temperatuurregeling
THERMOTRONIC kan alleen worden inge-
schakeld als de motor draait. Deze werkt
alleen optimaal als de zijruiten en het pano-
ramaschuifdak gesloten zijn.
De functie "Restwarmte" kan alleen worden
in- of uitgeschakeld als het contact is uitge-
schakeld (
pagina 139).
Y
pagina 25).
Y
De ventilatiekleppen achter de zijbekleding in
de zijpaneel altijd vrijhouden (
Anders wordt de auto niet correct ontlucht.
i
Bij warm weer de auto gedurende korte
tijd ventileren, bijvoorbeeld met de functie
"Comfortopenen" (
wordt het afkoelproces versneld en de
gewenste interieurtemperatuur sneller
bereikt.
i
Het ingebouwde filter filtert stofdeeltjes
en roet tot een bepaalde grootte en stuif-
meel geheel uit de buitenlucht. Bij de auto-
matische temperatuurregeling THERMO-
TRONIC worden tevens in de lucht aanwe-
zige gasvormige schadelijke stoffen en
geuroverlast verminderd. Een verstopt fil-
ter vermindert de luchttoevoer naar het
interieur. Daarom het in het onderhouds-
boekje aangegeven vervangingsinterval
van het filter in acht nemen. Omdat dit
afhankelijk is van milieu-invloeden, zoals
sterke luchtvervuiling, kan het interval kor-
ter zijn dan in het onderhoudsboekje aan-
gegeven.
i
Een uur na het verwijderen van de sleutel
kan het voorkomen, dat de functie voor het
drogen van de automatische temperatuur-
regeling automatisch inschakelt. Dan
wordt de auto 30 minuten lang geventi-
leerd.
pagina 123).
Y
pagina 89). Hierdoor
Y