Download Print deze pagina

Mercedes-Benz C117 CLA 2013 Handleiding pagina 54

Advertenties

De voorste en de buitenste veiligheidsgordels
achterin hebben gordelspanners en gordel-
krachtbegrenzers.
Gordelspanners trekken bij een ongeval de
veiligheidsgordel zo ver aan dat deze strak
tegen het lichaam aan ligt.
Gordelspanners corrigeren geen verkeerde
zithoudingen of verkeerd omgegespte veilig-
heidsgordels.
Gordelspanners trekken inzittenden niet in de
richting van de rugleuning terug.
De gordelspanners kunnen alleen worden
geactiveerd:
als het contact is ingeschakeld
R
als de veiligheidssystemen gereed voor
R
gebruik zijn, zie "SRS-waarschuwings-
lampje 6" (
pagina 41)
Y
als bij de betreffende voorstoel de gordel-
R
slottong in het gordelslot vergrendeld is.
De gordelspanners van de buitenste zitplaat-
sen achterin worden onafhankelijk van de
vergrendelingstoestand van de veiligheids-
gordels geactiveerd.
Afhankelijk van de aard en de ernst van het
ongeval worden de gordelspanners geacti-
veerd als:
bij een frontale aanrijding of een aanrijding
R
van achteren, de auto bij het begin van het
ongeval in de lengterichting sterk wordt
vertraagd of versneld
bij een aanrijding van opzij, aan de tegen-
R
overliggende zijde van de aanrijding, de
auto in dwarsrichting sterk wordt vertraagd
of versneld
bij bepaalde situaties van over de kop slaan
R
extra beschermingspotentieel wordt
geconstateerd.
Als de gordelspanners worden geactiveerd,
hoort u een knal en kan er poederstof vrijko-
men. De knal is in principe niet schadelijk
voor het gehoor, uitzonderingen daargelaten.
Het vrijkomende poederstof is over het alge-
meen niet schadelijk voor de gezondheid en
duidt niet op brand in de auto. Het stof kan
bij personen met astma of ademhalingsmoei-
Kinderen in de auto
lijkheden kortstondige ademhalingsproble-
men veroorzaken. Om deze ademhalings-
moeilijkheden te voorkomen, direct uitstap-
pen als het veilig is om dit te doen. Om bui-
tenlucht toe te laten, kan ook de ruit worden
geopend. Het SRS-waarschuwingslampje
6 gaat branden.
Als de veiligheidsgordel bovendien met een
gordelkrachtbegrenzer is uitgerust, wordt bij
een activering de gordelbelasting op de inzit-
tenden verminderd.
De gordelkrachtbegrenzers van de voorste
zitplaatsen zijn op de frontairbags afgestemd,
die een deel van de vertragingskrachten over-
nemen. Daardoor wordt de belasting over een
groot oppervlak verdeeld.
Kinderen in de auto
Kinderzitje
Belangrijke veiligheidsvoorschriften
G
WAARSCHUWING
Om de kans op zwaar tot zelfs dodelijk letsel
voor het kind bij een ongeval, remmanoeuvres
of abrupte richtingswijzigingen te verkleinen:
Kinderen kleiner dan 1,50 m en jonger dan
R
12 jaar altijd in een geschikt kinderzitje op
een geschikte zitplaats meenemen. Dit is
nodig omdat de veiligheidsgordels niet op
hun lichaamslengte zijn aangepast.
Kinderen die in naar achteren gerichte kin-
R
derzitjes beveiligd zijn, niet op de passa-
giersstoel vervoeren. Uitzondering: De auto
heeft een automatische kinderzitjeherken-
ning in de passagiersstoel en het kind is in
een kinderzitje met transponders voor de
automatische kinderzitjeherkenning bevei-
ligd.
Als op de passagiersstoel een naar voren
R
gericht kinderzitje is bevestigd, de passa-
giersstoel altijd zo ver mogelijk naar achte-
ren zetten. Daarbij erop letten, dat de
schoudergordel van de gordelgeleiding van
de auto naar voren richting de gordelgelei-
51
Z

Advertenties

loading