Download Print deze pagina

Mercedes-Benz C117 CLA 2013 Handleiding pagina 196

Advertenties

PARKTRONIC
Belangrijke veiligheidsvoorschriften
De PARKTRONIC is een elektronische par-
keerhulp met ultrasone sensoren. Het
bewaakt met behulp van zes sensoren in de
voorbumper en zes sensoren in de achter-
bumper de omgeving van de auto. De PARK-
TRONIC geeft de afstand tussen de auto en
een obstakel optisch en akoestisch aan.
De PARKTRONIC is slechts een hulpmiddel.
De bestuurder moet altijd zelf goed op de
directe omgeving blijven opletten. De
bestuurder blijft te allen tijde verantwoorde-
lijk voor het veilig manoeuvreren en parkeren.
Bij het manoeuvreren, in- en uitparkeren
mogen zich geen personen, dieren of voor-
werpen in het manoeuvreergebied bevinden;
dit controleren.
! Bij het inparkeren in het bijzonder op
obstakels letten die zich onder of boven de
sensoren bevinden, bijvoorbeeld bloem-
bakken of aanhangwagendissels. De PARK-
TRONIC herkent dergelijke voorwerpen
niet van dichtbij. De auto of het object kan
dan worden beschadigd.
Sneeuw en voorwerpen die ultrasoongol-
ven absorberen worden mogelijk niet her-
kend door de sensoren.
Ultrasone bronnen zoals een wasstraat, de
luchtdrukremsystemen van vrachtwagens
of een persluchthamer kunnen de PARK-
TRONIC storen.
In onregelmatig terrein functioneert de
PARKTRONIC eventueel niet correct.
De PARKTRONIC is automatisch geactiveerd,
wanneer:
het contact wordt ingeschakeld
R
de transmissie bij auto's met automatische
R
transmissie in stand D, R of N wordt gezet
de elektrische parkeerrem wordt vrijgezet.
R
Bij snelheden boven 18 km/h wordt de PARK-
TRONIC uitgeschakeld. Bij lagere snelheden
wordt de PARKTRONIC weer ingeschakeld.
Bereik van de sensoren
Algemene aanwijzingen
De PARKTRONIC houdt geen rekening met
obstakels, die zich:
onder het herkenningsgebied bevinden, bij-
R
voorbeeld personen, dieren of voorwerpen
boven het herkenningsgebied bevinden,
R
bijvoorbeeld uitstekende lading, overhan-
gen of laadplatforms van bedrijfswagens.
Sensoren in de voorbumper, links (voor-
:
beeld)
Zijaanzicht
Bovenaanzicht
De sensoren moeten vrij zijn van vuil, ijs of
natte sneeuw. Anders kunnen ze niet correct
functioneren. Daarom moeten de sensoren
regelmatig worden gereinigd; hierbij ervoor
Rijsystemen
193
Z

Advertenties

loading