Advertenties
Automatische vergrendeling
Uitschakelen: Toets : circa vijf secon-
X
den indrukken, tot een waarschuwingssig-
naal klinkt.
Inschakelen: Toets ; circa vijf seconden
X
indrukken, tot een waarschuwingssignaal
klinkt.
i
Als een van de beide toetsen wordt inge-
drukt en er klinkt geen waarschuwingssig-
naal, is de betreffende instelling reeds
geselecteerd.
De auto wordt automatisch vergrendeld als
het contact is ingeschakeld en de wielen
draaien.
U kunt daarom worden buitengesloten, als:
de auto wordt aangeduwd
R
de auto wordt gesleept
R
de auto zich op een rollentestbank bevindt.
R
De automatische vergrendeling kan ook met
de boordcomputer worden uit- of ingescha-
keld (
pagina 235).
Y
Bestuurdersportier ontgrendelen
(noodsleutel)
Als de auto niet meer met de sleutel kan wor-
den ontgrendeld, de noodsleutel gebruiken.
Als het bestuurdersportier of de achterklep
met de noodsleutel wordt ontgrendeld en ver-
volgens wordt geopend, wordt het inbraak-
diefstal-alarmsysteem geactiveerd
(
pagina 74).
Y
De noodsleutel uit de sleutel trekken
X
(
pagina 79).
Y
De noodsleutel tot de aanslag in het slot
X
van het bestuurdersportier schuiven.
De noodsleutel tot de aanslag linksom in
X
stand 1 draaien.
Het portier is ontgrendeld.
i
Bij auto's met rechts stuur de noodsleutel
rechtsom draaien.
De noodsleutel terugdraaien en verwijde-
X
ren.
De noodsleutel in de sleutel aanbrengen
X
(
pagina 79).
Y
Auto vergrendelen (noodsleutel)
Als de auto niet meer met de sleutel kan wor-
den vergrendeld, de noodsleutel gebruiken.
Het bestuurdersportier openen.
X
Het passagiersportier, de achterportieren
X
en de achterklep sluiten.
De vergrendelingstoets indrukken
X
(
pagina 84).
Y
De grendelknoppen in het passagierspor-
X
tier en de achterportieren mogen niet meer
zichtbaar zijn. Zo nodig de grendelknoppen
met de hand omlaagdrukken.
Het bestuurdersportier sluiten.
X
De noodsleutel uit de sleutel trekken
X
(
pagina 79).
Y
De noodsleutel tot de aanslag in het slot
X
van het bestuurdersportier schuiven.
Portieren
85
Z
Advertenties
