passagiersstoel aangepast aan het bovenli-
chaam van de inzittenden.
De gordelband wordt daartoe iets aangetrok-
ken:
als de gordelslottong in het gordelslot
R
wordt vergrendeld en vervolgens de sleutel
in het contactslot in stand 2 wordt gedraaid
als de sleutel in het contactslot in stand 2
R
staat en vervolgens de gordelslottong in
het gordelslot wordt vergrendeld.
De gordelaanpassing vindt plaats met een
bepaalde terugtrekkracht, als speling wordt
herkend tussen de inzittende en de veilig-
heidsgordel. De veiligheidsgordel hierbij niet
vasthouden. De gordelaanpassing kan in de
boordcomputer worden in- en uitgeschakeld
(
pagina 237).
Y
De gordelaanpassing is een in PRE-SAFE
geïntegreerde comfortfunctie. Informatie
over het onderwerp PRE-SAFE
®
"PRE-SAFE
(preventieve inzittendenbe-
scherming)" (
pagina 46).
Y
Gordelhoogte-instelling
Bij de voorstoelen kunt u de gordelhoogte
instellen. De gordelhoogte zo instellen dat het
bovenste gedeelte van de veiligheidsgordel
over het midden van de schouder loopt.
Veiligheidssystemen inzittenden
Hoger instellen: Gordelgeleiding omhoog-
X
schuiven.
De gordelgeleiding vergrendelt in verschil-
lende posities.
Lager instellen: Met gordelgeleidingont-
X
grendeling : ingedrukt de gordelgeleiding
omlaagschuiven.
In de gewenste positie de gordelgeleidin-
X
gontgrendeling : loslaten en controleren
dat de gordelgeleiding vergrendelt.
Veiligheidsgordel afdoen
! De veiligheidsgordel moet volledig oprol-
len; dit controleren. Anders kunnen de vei-
ligheidsgordel of de gordelslottong in het
portier of het stoelmechanisme bekneld
raken. Hierdoor kunnen het portier, de por-
®
tierbekleding en de veiligheidsgordel wor-
den beschadigd. Beschadigde veiligheids-
®
vindt u in
gordels kunnen niet meer hun bescher-
mende werking uitvoeren en moeten wor-
den vervangen. Naar een gekwalificeerde
werkplaats gaan.
Ontgrendelingsknop ? van gordelslot =
X
indrukken.
Gordelslottong ; naar gordelgelei-
X
ding : teruggeleiden.
49
Z