Download Print deze pagina

Mercedes-Benz C117 CLA 2013 Handleiding pagina 205

Advertenties

Rijsystemen
202
Belangrijke veiligheidsvoorschriften
De achteruitrijcamera is slechts een hulpmid-
del. De bestuurder moet altijd zelf goed op de
directe omgeving blijven opletten. De
bestuurder blijft te allen tijde verantwoorde-
lijk voor het veilig manoeuvreren en parkeren.
Bij het manoeuvreren of parkeren mogen zich
geen personen, dieren of voorwerpen in het
manoeuvreergebied bevinden; dit controle-
ren.
De achteruitrijcamera functioneert niet of
slechts beperkt als:
de achterklep geopend is
R
het hevig regent, sneeuwt of mistig is
R
het nacht is of er met de auto op een zeer
R
donkere plaats wordt gereden
de camera wordt blootgesteld aan fel licht
R
de omgeving met een fluorescerend licht,
R
bijvoorbeeld van TL-buizen of LED-verlich-
ting wordt belicht (er kan een flikkering op
het display verschijnen)
er een snelle temperatuurwisseling ont-
R
staat, bijvoorbeeld als er in de winter een
verwarmde garage wordt ingereden
de cameralens vervuild of afgedekt is
R
de achterzijde van de auto beschadigd is.
R
In dit geval de stand en afstelling van de
camera bij een gekwalificeerde werkplaats
laten controleren.
Door achterop de auto gemonteerde aan-
bouwdelen (bijvoorbeeld kentekenplaathou-
der, fietsdrager), kunnen het gezichtsveld en
verdere functies van de achteruitrijcamera
worden beperkt.
Achteruitrijcamera in- en uitschakelen
Inschakelen: De sleutel in het contactslot
X
moet in stand 2 staan.
Controleren, of in het audiosysteem/
X
COMAND Online de functie "Activeren door
schakelstand R" is geselecteerd, zie de
afzonderlijke handleiding.
De achteruitversnelling inschakelen.
X
Op het audio-/COMAND-display wordt de
omgeving achter de auto weergegeven met
hulplijnen.
Weergave van de functiemodus bij auto's met
COMAND Online en trekhaak
Functiemodus omschakelen bij auto's
X
met COMAND Online en trekhaak: Met
de COMAND-controller het symbool :
voor de functie "Achteruit inparkeren"
selecteren, zie de afzonderlijke COMAND
Online-handleiding.
of
Symbool ; voor de functie "Aanhangwa-
X
gen aankoppelen" selecteren, zie de afzon-
derlijke COMAND Online-handleiding.
Het symbool van de geselecteerde functie
wordt geaccentueerd.
Uitschakelen: De achteruitrijcamera wordt
uitgeschakeld als bij auto's met automati-
sche transmissie de transmissie in stand P
wordt gezet of als kort vooruit is gereden.
Weergaven op audio-/COMAND-display
De achteruitrijcamera kan obstakels ver-
vormd, niet correct of zelfs geheel niet weer-
geven. Op de volgende plaatsen toont de ach-
teruitrijcamera obstakels niet:
zeer dicht bij de achterbumper
R
onder de achterbumper
R
net boven de handgreepkom van de ach-
R
terklep.

Advertenties

loading