Actieve parkeerassistent afbreken
U kunt de actieve parkeerassistent op elk
moment beëindigen.
Het multifunctioneel stuurwiel vasthouden
X
of zelf sturen.
De actieve parkeerassistent wordt direct
afgebroken. Op het multifunctioneel dis-
play verschijnt de melding
tent
tent onderbroken
onderbroken.
of
De toets van de PARKTRONIC in de mid-
X
denconsole indrukken (
De PARKTRONIC wordt uitgeschakeld en
de actieve parkeerassistent wordt direct
afgebroken. Op het multifunctioneel dis-
play verschijnt de melding
tent
tent onderbroken
onderbroken.
De actieve parkeerassistent wordt automa-
tisch afgebroken als:
de elektrische parkeerrem bediend wordt
R
de transmissiestand P geselecteerd is
R
met de actieve parkeerassistent geen par-
R
keren meer mogelijk is
sneller dan 10 km/h wordt gereden
R
R
een wiel doordraait, het ESP
valt. Waarschuwingslampje ÷ ver-
schijnt in het instrumentenpaneel.
Er klinkt een waarschuwingssignaal. Het par-
keersymbool dooft en op het multifunctioneel
display verschijnt de melding
sistent
sistent onderbroken
onderbroken.
Als de actieve parkeerassistent wordt afge-
broken, moet u in elk geval weer zelf sturen.
Rijden met een aanhangwagen
Bij auto's met trekhaak neemt de benodigde
minimumlengte voor parkeerplaatsen iets
toe.
Als er een aanhangwagen aan uw auto is aan-
gekoppeld, mag de actieve parkeerassistent
niet worden gebruikt. Als de elektrische ver-
binding tussen de auto en aanhangwagen is
aangesloten, is de actieve parkeerassistent
Parkeerassis‐
Parkeerassis‐
pagina 195).
Y
Parkeerassis‐
Parkeerassis‐
®
regelt of uit-
Parkeeras‐
Parkeeras‐
niet beschikbaar. De PARKTRONIC is voor de
achterzijde uitgeschakeld.
Achteruitrijcamera
Algemene aanwijzingen
Achteruitrijcamera : bevindt zich in de
handgreep van de achterklep.
De achteruitrijcamera is een optische par-
keer- en manoeuvreerhulp. Deze toont op het
audio-/COMAND-display het gebied achter
de auto met hulplijnen.
Het gebied achter de auto wordt — zoals in de
binnenspiegel — in spiegelbeeld weergege-
ven.
De achteruitrijcamera wordt door een klep
beschermd tegen regendruppels en stof.
Wanneer de achteruitrijcamera wordt inge-
schakeld, gaat deze klep open. Pas als het
manoeuvreren is beëindigd en de achteruit-
rijcamera is uitgeschakeld, gaat de klep weer
dicht. Om technische redenen kan de klep na
het uitschakelen van de achteruitrijcamera
nog korte tijd geopend blijven. Ook als de
motor wordt afgezet, sluit de klep.
i
De tekstboodschap op het COMAND-dis-
play is afhankelijk van de ingestelde taal.
De volgende weergaven van de achteruit-
rijcamera op het COMAND-display zijn
voorbeelden.
De aanwijzingen m.b.t. het reinigen in acht
nemen (
pagina 311).
Y
Rijsystemen
201
Z