Advertenties
Geheugenfuncties
108
De auto moet stilstaan.
X
De sleutel in het contactslot in stand 2
X
draaien (
pagina 149).
Y
Toets ; voor de buitenspiegel aan passa-
X
gierszijde indrukken.
De achteruitversnelling inschakelen.
X
De buitenspiegel aan passagierszijde
beweegt naar de vooraf ingestelde parkeer-
stand.
Met insteltoets = de buitenspiegel instel-
X
len. In de buitenspiegel moeten het achter-
wiel en de stoeprand zichtbaar zijn.
De parkeerstand is opgeslagen.
i
Wanneer de keuzehendel in een andere
transmissiestand wordt gezet, beweegt de
buitenspiegel aan passagierszijde weer
naar de rijstand.
Via de geheugentoets
De buitenspiegel aan passagierszijde kan zo
worden ingesteld, dat u het achterwiel aan
passagierszijde ziet zodra de achteruitver-
snelling wordt ingeschakeld. Deze instelling
kan met de geheugentoets M ? worden
opgeslagen.
De auto moet stilstaan.
X
De sleutel in het contactslot in stand 2
X
draaien (
pagina 149).
Y
Toets ; voor de buitenspiegel aan passa-
X
gierszijde indrukken.
Met insteltoets = de buitenspiegel instel-
X
len. In de buitenspiegel moeten het achter-
wiel en de stoeprand zichtbaar zijn.
Geheugentoets M ? indrukken en binnen
X
3 seconden op een van de pijlen van instel-
toets = drukken.
De parkeerstand is opgeslagen als de bui-
tenspiegel niet wordt ingesteld.
Als de buitenspiegel wordt ingesteld, moet
X
de procedure worden herhaald.
Parkeerstand oproepen
De sleutel in het contactslot in stand 2
X
draaien (
pagina 149).
Y
De buitenspiegel aan passagierszijde
X
selecteren met de betreffende toets
(
pagina 106).
Y
De achteruitversnelling inschakelen.
X
De buitenspiegel aan passagierszijde kan-
telt naar de opgeslagen parkeerstand.
De buitenspiegel aan de passagierszijde
zwenkt in de oorspronkelijke stand terug:
zodra sneller dan 15 km/h wordt gereden
R
circa tien seconden nadat vanuit de ach-
R
teruitversnelling in een andere versnelling
is geschakeld
als toets : voor de buitenspiegel aan
R
bestuurderszijde wordt ingedrukt.
Geheugenfuncties
Instellingen opslaan
G
WAARSCHUWING
Wanneer u tijdens het rijden de geheugen-
functie aan bestuurderszijde gebruikt, kunt u
door de instelbewegingen de controle over de
auto verliezen. Er bestaat gevaar voor onge-
vallen!
De geheugenfunctie aan bestuurderszijde
alleen gebruiken als de auto stilstaat.
G
WAARSCHUWING
Als de geheugenfunctie de stoel instelt, kun-
nen u en anderen – in het bijzonder kinderen
– bekneld raken. Gevaar voor letsel!
Advertenties
