Voorwerpen altijd zodanig opbergen, dat ze
R
in deze of vergelijkbare situaties niet kun-
nen rondslingeren.
Altijd waarborgen dat voorwerpen niet uit
R
opbergvakken, ladingnetten of bagagenet-
ten steken.
Tijdens het rijden afsluitbare opbergvakken
R
sluiten.
Zware, harde, scherpe, breekbare of te
R
grote voorwerpen altijd in de bagageruimte
opbergen.
De richtlijnen met betrekking tot belading in
acht nemen (
pagina 286).
Y
Opbergvakken voorin
Dashboardkastje
Openen: Aan handgreep : trekken en de
X
klep van het dashboardkastje ; openklap-
pen.
Sluiten: De klep van het dashboard-
X
kastje ; omhoogklappen, tot deze ver-
grendelt.
i
Bovenin de klep van het dashboardkastje
bevindt zich een pennenhouder.
Opbergmogelijkheden
Brillenvak
Openen: Op markering : drukken.
X
Het brillenvak moeten tijdens het rijden
gesloten zijn; dit controleren.
Opbergvak in middenconsole
Voorbeeld bij auto met DIRECT SELECT-keuzehen-
del
Openen: Afdekking : aantippen bij de
X
markering.
i
Afhankelijk van de uitrusting van de auto
bevindt zich in plaats van het opbergvak
een asbak in de middenconsole.
287
Z