Download Print deze pagina

Mercedes-Benz C117 CLA 2013 Handleiding pagina 45

Advertenties

Veiligheidssystemen inzittenden
42
Uw auto beschikt over adaptieve, tweetraps
frontairbags. De airbagregeleenheid analy-
seert de vertraging of versnelling van de auto
bij een ongeval. In de eerste activeringsfase
wordt de frontairbag met genoeg drijfgas
gevuld om het risico op letsel te beperken.
Wordt binnen enkele milliseconden de
tweede drempel bereikt, dan wordt de front-
airbag met de maximale hoeveelheid drijfgas
gevuld.
De activeringsdrempels van de gordelspan-
ners en de airbags zijn variabel en worden aan
de herkende vertraging of versnelling van de
auto aangepast. Deze procedure heeft een
anticiperend karakter. De activering moet tij-
dig, aan het begin van het ongeval, plaatsvin-
den.
De vertraging of de versnelling van de auto en
de krachtrichting worden hoofdzakelijk
bepaald door:
de verdeling van de krachten tijdens het
R
ongeval
de botsingshoek
R
de deformatie-eigenschappen van de auto
R
de toestand van het voorwerp waar de auto
R
tegenaan botst.
Factoren die pas na de aanrijding of achteraf
zichtbaar of meetbaar zijn, hebben geen
invloed op het activeren van de airbag. Ze
geven daarvoor ook geen indicatie.
De auto kan behoorlijk worden vervormd zon-
der dat een airbag wordt geactiveerd, bijvoor-
beeld bij de motorkap of het spatscherm. Dit
is het geval als alleen relatief gemakkelijk
vervormbare delen worden geraakt en niet de
noodzakelijke vertraging wordt gehaald.
Omgekeerd kunnen airbags worden geacti-
veerd hoewel de auto slechts gering ver-
vormd is. Dit is het geval als bijvoorbeeld zeer
stijve delen, zoals langsdragers, geraakt zijn
en de vertraging daardoor hoog genoeg is.
i
Alleen wanneer de gordelslottongen van
de voorstoelen correct in de gordelsloten
vergrendeld zijn, worden de voorste gor-
delspanners geactiveerd.
i
Niet alle airbags worden bij een ongeval
geactiveerd. De verschillende airbagsyste-
men werken onafhankelijk van elkaar.
De werking van de airbagsystemen is
afhankelijk van de geprognotiseerde ernst
van het ongeval, in het bijzonder de vertra-
ging of versnelling van de auto en de ver-
wachte aard van het ongeval:
frontale aanrijding
R
aanrijding van opzij
R
over de kop slaan.
R
Airbags
Belangrijke veiligheidsvoorschriften
G
WAARSCHUWING
Airbags bieden aanvullende bescherming; ze
zijn echter geen vervanging voor de veilig-
heidsgordels.
Om de kans op zwaar tot zelfs dodelijk letsel
door een in werking tredende airbag te ver-
kleinen, de volgende aanwijzingen in acht
nemen:
Inzittenden — vooral zwangere vrouwen —
R
moeten altijd de veiligheidsgordel correct
omgespen en moeten daarbij tegen de vrij-
wel rechtop geplaatste rugleuning zitten.
De hoofdsteun moet het achterhoofd onge-
veer op ooghoogte ondersteunen.
Kinderen kleiner dan 1,50 m en jonger dan
R
12 jaar altijd in een geschikt kinderzitje
beveiligen.
Alle inzittenden moeten een zithouding kie-
R
zen die zo ver mogelijk van de airbag ver-
wijderd is. De zithouding van de bestuurder
moet daarbij het veilig besturen van de auto
mogelijk maken. De afstand tussen de
borst van de bestuurder en het midden van
de afdekking van de bestuurdersairbag
moet zo groot mogelijk zijn.
De passagiersstoel zo ver mogelijk naar
R
achteren schuiven. Vooral wanneer een
kind in een kinderzitje is beveiligd op deze
stoel.

Advertenties

loading