Rijveiligheidssystemen
68
Daardoor kan de adaptieve remassistent niet
in alle kritische situaties ingrijpen. Er bestaat
gevaar voor ongevallen!
De verkeerssituatie altijd opmerkzaam in acht
nemen en gereed zijn om te remmen.
Door de werking van het systeem kan de rem-
assistent in complexe, maar niet-kritieke rijs-
ituaties ook ingrepen uitvoeren.
De adaptieve remassistent ondersteunt u bij
het remmen in een gevaarlijke situatie bij
snelheden boven 7 km/h en maakt voor de
beoordeling van de verkeerssituatie gebruik
van radarsensoren.
De adaptieve remassistent kan met behulp
van de radarsensoren obstakels herkennen
die zich langere tijd in de lijn van de auto
bevinden.
Als een obstakel wordt genaderd en de adap-
tieve remassistent heeft gevaar voor een aan-
rijding herkend, berekent de adaptieve rem-
assistent de benodigde remdruk om een aan-
rijding te vermijden. Als het rempedaal krach-
tig wordt ingedrukt, verhoogt de adaptieve
remassistent automatisch de remdruk tot
een waarde die is afgestemd op de verkeers-
situatie.
Het rempedaal zo lang ingedrukt blijven
X
houden tot de noodstopsituatie voorbij is.
Het ABS voorkomt daarbij het blokkeren
van de wielen.
De remmen functioneren weer normaal, als:
het rempedaal wordt losgelaten
R
geen gevaar voor een ongeval meer bestaat
R
geen obstakel in de lijn van de auto wordt
R
herkend.
De adaptieve remassistent wordt dan
gedeactiveerd.
Auto's met PRE-SAFE
remassistent vraagt om een bijzonder hoge
remdruk, worden tegelijkertijd preventieve
beschermingsmaatregelen voor de inzitten-
®
den (PRE-SAFE
De adaptieve remassistent kan tot een rij-
snelheid van circa 250 km/h op objecten
®
: Als de adaptieve
) geactiveerd.
reageren, die tijdens de waarneemduur ten
minste eenmaal als rijdend zijn herkend. De
adaptieve remassistent reageert niet op stil-
staande obstakels.
Als de adaptieve remassistent vanwege een
storing in de radarsensoren niet functioneert,
staat het remsysteem verder met volledige
rembekrachtiging en BAS ter beschikking.
De herkenning kan vooral beperkt zijn bij:
vervuilde of afgedekte sensoren
R
sneeuw of zware regenval
R
storing door anderen radarbronnen
R
sterke radarreflectie, bijvoorbeeld in par-
R
keergarages
vooruitrijdende smalle voertuigen, bijvoor-
R
beeld motorfietsen
voorliggers, die versprongen rijden ten
R
opzichte van het midden van de auto
nieuwe auto's of na onderhoud aan het
R
COLLISION PREVENTION ASSIST PLUS
systeem.
Daartoe de aanwijzingen in het hoofdstuk
Inrij-aanwijzingen in acht nemen
(
pagina 148).
Y
Na een beschadiging van de voorzijde van de
auto de instelling en werking van de radar-
sensoren bij een gekwalificeerde werkplaats
laten controleren. Dit geldt ook voor aanrij-
dingen met lage snelheid, waarbij geen
schade aan de voorzijde van de auto zichtbaar
is.
COLLISION PREVENTION ASSIST PLUS
Algemene informatie
De COLLISION PREVENTION ASSIST PLUS is
alleen in auto's met DISTRONIC beschikbaar.
De COLLISION PREVENTION ASSIST PLUS
breidt de functionaliteit van de COLLISION
PREVENTION ASSIST uit met een automati-
sche remfunctie. De COLLISION PREVEN-
TION ASSIST PLUS kan het gevaar van een
aanrijding met een voorligger verminderen of
de gevolgen van een ongeval reduceren. Als
de COLLISION PREVENTION ASSIST PLUS