Temperatuurregelsysteem bedienen
138
Problemen met de achterruitverwarming
Probleem
De achterruitverwar-
ming wordt voortijdig
uitgeschakeld of kan
niet worden ingescha-
keld.
Luchtrecirculatie in- en uitschakelen
Algemene aanwijzingen
Bij onaangename geuren in de buitenlucht
kan de toevoer van buitenlucht tijdelijk wor-
den uitgeschakeld. In dat geval wordt de inte-
rieurlucht gerecirculeerd.
Als de luchtrecirculatie wordt ingeschakeld
kunnen de ruiten sneller beslaan, in het bij-
zonder bij een lage buitentemperatuur. De
luchtrecirculatie slechts kortstondig inscha-
kelen, om te voorkomen dat de ruiten
beslaan.
De bediening van de luchtrecirculatie is bij
alle bedieningseenheden gelijk.
In- en uitschakelen
De sleutel in het contactslot in stand 2
X
draaien (
pagina 149).
Y
Inschakelen: Toets e indrukken.
X
Het controlelampje in de toets e gaat
branden.
i
Bij hogere buitentemperaturen wordt de
luchtrecirculatie automatisch ingescha-
keld. Het controlelampje in toets e
brandt niet als de luchtrecirculatie automa-
tisch is ingeschakeld. Na circa
30 minuten wordt buitenlucht bijgemengd.
Uitschakelen: Toets e indrukken.
X
Het controlelampje in de toets e dooft.
Mogelijke oorzaak en/of gevolg en M M oplossingen
De accu is niet voldoende opgeladen.
Niet benodigde verbruikers, bijvoorbeeld leeslampjes, interieur-
X
verlichting of stoelverwarming, uitschakelen.
Zodra de accu voldoende opgeladen is, kan de achterruitver-
warming weer worden ingeschakeld.
i
De luchtrecirculatie schakelt automa-
tisch uit na:
ongeveer 5 minuten bij buitentempera-
R
turen beneden circa 5 †
ongeveer 5 minuten als de functie "Koe-
R
ling met luchtdroging" is uitgeschakeld
ongeveer 30 minuten bij buitentempera-
R
turen boven circa 5 † en ingeschakelde
functie "Koeling met luchtdroging".
Comfortopenen resp. -sluiten met de
luchtrecirculatietoets
G
WAARSCHUWING
Bij het comfortsluiten kunnen lichaamsdelen
in het sluitgebied van de zijruit en het schuif-
dak bekneld raken. Er bestaat gevaar voor
letsel!
Bij het comfortsluiten de complete sluitpro-
cedure controleren. Bij het sluiten controle-
ren, of zich geen lichaamsdelen in het sluit-
gebied bevinden.
G
WAARSCHUWING
Bij het openen van een zijruit kunnen
lichaamsdelen tussen de zijruit en het ruit-
frame getrokken worden of bekneld raken. Er
bestaat gevaar voor letsel!
Bij het openen controleren dat niemand de
zijruit aanraakt. Als iemand ingeklemd raakt,
direct toets W voor het openen en sluiten
van de zijruit in het portier indrukken. De zij-
ruiten stoppen. Aan toets W trekken, om
de zijruit weer te sluiten.